In de wereld van vandaag is Grand Prix-wegrace van België 1967 een onderwerp dat van groot belang is voor een breed publiek. Of het nu vanwege de impact ervan op de samenleving, de invloed op de populaire cultuur of het belang ervan in het professionele veld is, Grand Prix-wegrace van België 1967 is een punt van convergentie geworden voor verschillende perspectieven en discussies. In dit artikel zullen we ons verdiepen in de opwindende wereld van Grand Prix-wegrace van België 1967, de vele facetten ervan verkennen, de relevantie ervan in verschillende contexten analyseren en een panoramisch beeld bieden waarmee de lezer het belang en de reikwijdte van dit onderwerp kan begrijpen. Door middel van gedetailleerde en rigoureuze analyses zullen we de complexiteit van Grand Prix-wegrace van België 1967 ontrafelen en nieuwe perspectieven bieden om het debat rond dit fascinerende onderwerp te verrijken.
In België was Giacomo Agostini onklopbaar, zowel in de trainingen als in de race, die hij van start tot finish leidde. Uiteindelijk werd hij afgevlagd met 62 seconden voorsprong op Mike Hailwood. Fred Stevens werd met gemak derde met zijn tweecilinder Paton. Jack Findlay werd met de McIntyre-Matchless vierde, ondanks het feit dat hij met zijn linkervoet in het gips reed. Hij was echter al op een ronde gereden.
Yamaha had in België haar zaken beter op orde dan tijdens de TT van Assen. Phil Read was al in de trainingen de snelste kwam na de eerste ronde ook als eerste door, gevolgd door Bill Ivy, Mike Hailwood en Ralph Bryans. Read reed nog een recordronde van 202,15 km/h, maar viel in de vierde ronde uit. Ivy nam de kop over en finishte meer dan een minuut voor Hailwood en Bryans. Die laatste kreeg ook problemen, zó groot dat hij de laatste kilometer moest duwen bij een temperatuur van 30° Celsius. Zijn voorprong op Derek Woodman (MZ) was echter zo groot dat hij toch nog derde werd.
In Spa-Francorchamps vertrok Yoshimi Katayama zeer snel en hij reed in de eerste ronde meteen een ronderecord. Hans Georg Anscheidt reed op de tweede plaats en Stuart Graham op de derde. Graham viel echter terug door een overslaande motor, maar Anscheidt wist in de slipstream van Katayama te komen en hem te passeren. Daardoor pakte Anscheidt de punten die hij nodig had om zijn wereldtitel veilig te stellen. Katayama werd tweede en Graham derde. Ver achter de drie Suzuki's kwam de rest van het veld, aangevoerd door Ángel Nieto (Derbi). Paul Lodewijkx (Jamathi) was als laatste gestart maar klom op tot de vijfde plaats, tot hij zich verremde bij La Source en binnendoor gepasseerd werd door Aalt Toersen (Kreidler).
(Punten (tussen haakjes) zijn inclusief streepresultaten)
Zijspanklasse
Klaus Enders/Ralf Engelhardt waren dicht bij de wereldtitel, maar tijdens de trainingen in België moesten ze eerst nog naar Frankfurt reizen om een klep op te halen ter vervanging van een krom exemplaar. Tijdens de race ging echter alles goed, ze leidden van start tot finish. Georg Auerbacher/Eduard Dein werden tweede en Seigfried Schauzu/Horst Schneider derde. Daarmee waren Enders en Engelhardt al in hun tweede jaar wereldkampioen geworden. Helmut Fath had na Assen twee maanden rust voorgeschreven gekregen wegens een zware longontsteking, maar zijn zwager en bakkenistWolfgang Kalauch meldde in Francorchamps al dat het herstel voorspoedig verliep. Voor de race in Imatra had Fath zich wel ingeschreven, maar hij kwam toch niet aan de start. Hij was inmiddels wel naar Brands Hatch geweest om de proeven van Colin Seeley te bekijken. Seeley had de 500cc-URS-viercilindermotor in een eigen frame gebouwd en testte daar met coureur John Blanchard.