Dit artikel gaat in op de kwestie van Bastien und Bastienne, die vandaag de dag aanzienlijk relevanter is geworden. Bastien und Bastienne kan verwijzen naar een persoon, een actueel onderwerp, een belangrijke datum of een ander element dat de aandacht van het grote publiek heeft getrokken. Langs deze lijnen zullen de verschillende aspecten die verband houden met Bastien und Bastienne worden onderzocht, vanaf de oorsprong tot de implicaties ervan in de huidige samenleving. De mogelijke gevolgen ervan zullen worden geanalyseerd, evenals de meningen en standpunten die rond dit onderwerp worden gevonden. Bastien und Bastienne vertegenwoordigt een interessant punt dat nieuwsgierigheid en debat opwekt, dus het is essentieel om je te verdiepen in de studie en het begrip ervan.
Bastien und Bastienne (KV 50) is een zangspel (opera) van Wolfgang Amadeus Mozart in 1 bedrijf (7 scènes) naar een libretto van Friedrich Wilhelm Weiskern en Johann Müller, gebaseerd op zowel "Le devin du village" een operette geschreven door Rousseau als op Les amours de Bastien et Bastienne, een toneelstuk geschreven door Marie-Justine Benoîte en Charles Simonn Favart en door Harney de Guerville. De eerste opvoering was in 1768 in het huis van dr. Anton Mesmer in Wenen. De eerste bekende moderne opvoering vond plaats in het Architektenhaus in Berlijn op 2 oktober 1890.
Bastienne is bang dat zij Bastien zal verliezen wegens vermeende ontrouw en vraagt advies aan Colas, de waarzegger. Hij adviseert haar om net te doen of ze Bastien niet meer ziet zitten. Tevens gaat Colas naar Bastien en vertelt hem dat zijn liefje een ander heeft. Dit is voor beiden uiteindelijk te veel en resulteert in een innige hereniging.
De bijna 12-jarige Mozart schreef deze opera waarschijnlijk in opdracht van Franz Anton Mesmer, in wiens huis de première plaatsvond. Het verhaal is flinterdun, maar de muziek is al typisch voor Mozart. Dat blijkt wel uit de aria van Colas, waarin hij een toverspreuk over Bastien uitspreekt met de woorden:
De muziek bij deze aria heeft al bijna de diepgang van het latere Requiem (KV 626). Tot slot zij vermeld dat er waarschijnlijk nog latere versies van deze opera door hem gemaakt zijn.
De ouverture van Bastien und Bastienne is terug te horen in Ludwig van Beethovens Eroica. Het valt te betwijfelen of Beethoven bekend was met het op dat moment onuitgegeven werk. De meest waarschijnlijke verklaring is dat beide componisten het thema hebben overgenomen uit een onbekende derde bron.