In dit artikel zullen we het onderwerp Opera (muziek) en de impact ervan op de moderne samenleving diepgaand onderzoeken. Door de geschiedenis heen heeft Opera (muziek) een fundamentele rol gespeeld in het leven van mensen en alles beïnvloed, van hun dagelijkse beslissingen tot hun kijk op de wereld. Door middel van gedetailleerde analyse zullen we de oorsprong van Opera (muziek), de evolutie ervan in de loop van de tijd en de relevantie ervan in de huidige context onderzoeken. Op dezelfde manier zullen we de verschillende benaderingen en perspectieven op Opera (muziek) onderzoeken, om het belang ervan in de hedendaagse samenleving beter te begrijpen. Dit artikel probeert een complete en bijgewerkte visie op Opera (muziek) te bieden, met als doel een bijdrage te leveren aan het debat en de reflectie over dit onderwerp dat vandaag de dag van groot belang is.
Opera (eigenlijk meervoud: 'werken', van Latijn opus: werk, maar met enkelvoudige betekenis; meervoud: opera's) is een vorm van muziektheater. In een opera worden klassieke muziek en toneel gecombineerd, ieder personage wordt door een klassieke zanger uitgebeeld.
De opera is onderdeel van de westerse cultuur. Er zijn ook niet-westerse vormen van muziektheater die opera genoemd worden, met een onderscheidend bijvoeglijk naamwoord ervoor, bijvoorbeeld de Chinese opera.
De vierhonderdjarige geschiedenis van de huidige opera begint in Florence. Eind 16e eeuw kwam hier een groep intellectuelen, edelen en muzikanten bijeen (bekend als de Camerata). Zij wilden het klassieke genre zoals het in de oudheid bestond nieuw leven inblazen. Hun grote voorbeeld hierbij was Aristoteles, die in de 4e eeuw voor Christus in zijn Poetica over toneel en muziek had geschreven alsof deze twee zaken dezelfde waren. Volgens Aristoteles was drama de imitatie van het leven, die verlevendigd werd met zowel versiering als melodie. Op basis daarvan veronderstelden de Florentijnen dat het klassieke drama volledig gezongen moest zijn geweest. De eerste componist die een poging deed dit in de praktijk om te zetten, was Jacopo Peri (1561-1633), die hiervoor het Grieks mythologische drama Dafne aanwendde. Dit werk is echter verloren gegaan. Een later werk van Peri, Euridice, daterend uit 1600, is de eerste opera die tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven.
De opera ontstond met de Italiaanse opera rond 1600. De eerste benamingen voor zangspelen waren:
Voorloper van de opera is het liturgisch drama (dat na de kerkdienst gespeeld en gezongen werd), waarin een combinatie optrad van handeling, toneel, tekst en muziek. Hierin zijn te onderscheiden:
Rond 1590 ontstond in Florence de "Camerata", een groep musici. Zij keken naar het Griekse toneeldrama, en gingen stappen zetten om de verstaanbaarheid te vergroten. Ze introduceren ook in plaats van een solozanger de koorzang. De onderwerpen werden ontleend aan de literatuur over Griekse mythologie. Voorbeelden: Cacchini en Peri.
De eerste opera's bestaan uit zangstem die ondersteund wordt door begeleiding. Ze werden recitatief genoemd ('recitare' betekent 'vertellen'). Dit was een soort muzikale imitatie van spraak, met instrumentale begeleiding (tokkel- of toetsinstrument). De zanger moest iets vertellen, en de begeleiding moest de zangstem volgen. Verstaanbaarheid (van de tekst) was daarbij primair, de muziek zelf meer bijzaak: eenvoudig, sober.
Belangrijke latere operacomponisten waren onder anderen Claudio Monteverdi, Georg Friedrich Händel, Jean-Philippe Rameau, Christoph Willibald Gluck, Wolfgang Amadeus Mozart, Gioachino Rossini, Vincenzo Bellini, Gaetano Donizetti, Hector Berlioz, Giacomo Meyerbeer, Giuseppe Verdi, Richard Wagner, Georges Bizet, Modest Moessorgski, Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, Sergej Prokofjev, Igor Stravinsky, Richard Strauss, Giacomo Puccini, Leoš Janáček en Benjamin Britten.
Tot aan de Franse Revolutie vond de adel zichzelf terug in de heldendaden en de mythologie van de opera seria. Deze werken bevatten groots opgezette scenes met veel pracht en praal. De muziek sloot nauw aan bij het complexe barokgenre met sierlijke aria's die de virtuositeit van afzonderlijk zangers tot hun recht liet komen.[1] Aria's worden verbonden door recitatieven. Libretti zijn in het Italiaans. Bekende voorbeelden zijn de vroege Mozart-opera's.
De 18de eeuw, met zijn idealen van de Verlichting, creëerde vooral bij de lagere klassen belangstelling voor de opera buffa, een realistischer genre met menselijkere personages in alledaagse situaties. De satire van de opera buffa was een verlengstuk van de klassieke commedia dell'arte. Giovanni Battista Pergolesi wordt beschouwd als de vader van de opera buffa, met als bekendste werk La serva padrona uit 1733. Een ander bekend voorbeeld is Il barbiere di Siviglia van Gioachino Rossini.[1]
De opera semiseria is een mengvorm met elementen van de opera seria en de opera buffa.
Opera onderscheidt zich van musical en operette in een aantal opzichten. Opera's behandelen, in tegenstelling tot operette en musical, mythologische of historische, internationaal aansprekende (universele), vaak tragische thema's (Verdi, Wagner, Donizetti). De twee grootste operacomponisten uit de negentiende eeuw, Verdi en Wagner, waren nationalisten. In zijn vroege opera's toonde Verdi zijn sympathie voor het Italiaanse streven naar onafhankelijkheid van Habsburg. Het slavenkoor uit de opera Nabucco werd door de toehoorders als een verwijzing naar de Italiaanse knechtschap onder het Habsburgse rijk opgevat. In dezelfde nationalistische trant was een uitvoering van de opera De Stomme van Portici van Auber, in 1830 in Brussel, de directe aanleiding voor de Belgische Opstand, waarna België zich los zou maken van Nederland. Een dergelijke ideologische beladenheid is de operette en de musical vreemd. Wat de laatste betreft vormt de "veristisch" getinte, op het toneelstuk Romeo en Julia van Shakespeare gebaseerde West Side Story van Leonard Bernstein, enigszins een uitzondering. Naast tragische, bestaan er ook komische opera's (Mozart, Rossini). In een opera wordt altijd alle tekst op muziek gezet. Die Zauberflöte en Die Entführung aus dem Serail van Mozart zijn dan ook in strikte zin geen opera, maar een Singspiel. Bij opera worden de liederen aria's genoemd en in musicals songs. Tussen de aria's in worden vaak recitatieven, of wordt (bijvoorbeeld in Die Zauberflöte of de eerste versie van Carmen) gesproken tekst gebruikt. Veel opera's vanaf het midden van de 19e eeuw zijn doorgecomponeerd, dat wil zeggen zonder aparte onderdelen.