In de wereld van vandaag is Bibliothèque nationale de France een onderwerp dat de aandacht van mensen overal heeft getrokken. Van de impact ervan op de samenleving tot de implicaties ervan voor het dagelijks leven: Bibliothèque nationale de France is een onderwerp dat we niet kunnen negeren. Terwijl we ons verdiepen in dit artikel, zullen we de verschillende facetten van Bibliothèque nationale de France en de invloed ervan op verschillende aspecten van het leven onderzoeken. Vanaf de oorsprong tot de evolutie ervan in de loop van de tijd zullen we in een gedetailleerde analyse duiken die ons in staat zal stellen het belang van Bibliothèque nationale de France in de wereld van vandaag beter te begrijpen. Ga met ons mee op deze reis en ontdek alles wat u moet weten over Bibliothèque nationale de France.
Bibliothèque nationale de France (BnF) | ||
---|---|---|
Locatie | Parijs | |
Type | Nationale bibliotheek | |
Personen | ||
Directeur | Bruno Racine | |
Website |
De Bibliothèque nationale de France (BnF) in Parijs is de nationale bibliotheek van Frankrijk en behoort tot de belangrijkste bibliotheken ter wereld. De verzameling omvat meer dan dertien miljoen boekbanden en 350.000 kranten- en tijdschrifttitels. Daarnaast beheert de bibliotheek zo'n twintig miljoen documenten in verschillende bijzondere collecties, waaronder een beroemde verzameling oude handschriften. Een belangrijke publieksfunctie van de bibliotheek is de digitale bibliotheek Gallica, die honderdduizenden documenten via internet toegankelijk maakt.
De Bibliothèque nationale de France is een publieke instelling onder toezicht van het Ministerie van Cultuur. Zij heeft als taak om de verzameling uit te breiden, vooral met alle publicaties die in Frankrijk verschijnen, en om die verzameling te beheren en toegankelijk te maken voor het publiek. Verder is het de taak van de bibliotheek om wetenschappelijke catalogi uit te geven, samen te werken met nationale en internationale instellingen en deel te nemen aan onderzoeksprogramma's.
De Bibliothèque nationale de France vindt haar oorsprong in de privécollectie van koning Karel V, opgericht in 1368 in het Louvre. Maar van een echte vaste bibliotheek was pas sprake onder Lodewijk XI in de vijftiende eeuw. De bibliotheek verhuisde mee naar de koninklijke residenties in achtereenvolgens Amboise, Blois en Fontainebleau.
Frans I gaf een nieuwe impuls aan de verzameling, die hij onder toezicht stelde van de humanist Guillaume Budé. Een belangrijk jaar voor de bibliotheek was 1537, toen Frans I het dépôt légal instelde, dat Franse uitgevers verplichtte een exemplaar van al hun drukwerk aan de bibliotheek af te staan. Dit systeem is later in andere landen nagevolgd en ligt aan de basis van elke nationale bibliotheek.
Onder Lodewijk XIV werd de bibliotheek sterk uitgebreid en in 1720 werd ze voor het publiek geopend. Een jaar later begon de verhuizing van de bibliotheek naar een aantal panden aan de Rue Richelieu, waar zij thans nog gedeeltelijk gevestigd is. Tijdens de Franse Revolutie werd de bibliotheek verrijkt met in beslag genomen verzamelingen van kerkelijke instellingen, edellieden en later van de Koninklijke Bibliotheek. In de tijd van de Napoleons stond ze ook wel bekend als Bibliothèque Imperiale.
In 1868 werden de gebouwen aan de Rue Richelieu sterk uitgebreid, onder andere met de beroemde grote leeszaal, een technisch hoogstandje vanwege de revolutionaire toepassing van gietijzer. Dit was het werk van de architect Henri Labrouste. In de twintigste eeuw barstte het complex aan de Rue Richelieu langzamerhand uit zijn voegen. Allerlei noodoplossingen werden bedacht totdat in 1996 eindelijk een enorm nieuw gebouw aan de Quai François-Mauriac in het dertiende arrondissement geopend werd, de huidige Site François-Mitterrand, ook wel de Très Grande Bibliothèque genoemd.
Onder François Mitterrand werden plannen gemaakt voor een nieuw gebouw. De nieuwbouw zou een Grand Oeuvre worden in alle betekenissen van het woord. Mitterrand kondigde het plan aan in 1988, tijdens Quatorze Juillet. Het betrof "de bouw en de inrichting van een van de grootste en de modernste bibliotheken van de wereld, die alle gebieden van de wetenschap zal beslaan, voor iedereen toegankelijk zal zijn, die de modernste technologie op het gebied van gegevensoverdracht zal gebruiken, van afstand te raadplegen zal zijn en zal samenwerken met andere bibliotheken in Europa."
In juli 1989 kreeg de architect Dominique Perrault de opdracht een ontwerp te maken voor de nieuwbouw. Perrault ontwierp een rechthoek van ongeveer 60.000 m², waarvan de hoeken worden gevormd door vier L-vormige torengebouwen, met een park van circa 12.000 m² in het midden. Het ontwerp van de torens moest een opengeslagen boek uitbeelden. De torens zijn genoemd naar het deel van de collectie dat erin is opgeslagen:
Tijdens de bouw traden vertragingen op. Ook rees de vraag of de glazen torens wel geschikt waren om als bibliotheek te dienen - de ramen moeten bijvoorbeeld op sommige plekken afgedekt worden om de boeken tegen zonlicht te beschermen. De klimaatbeheersing was problematisch en kostbaar. Daarom was de nieuwbouw lange tijd omstreden. Uiteindelijk werd het complex op 20 december 1996 geopend, ruim elf maanden na het overlijden van Mitterrand op 8 januari 1996.
Op de Site François Mitterrand wordt het grootste gedeelte van de bibliotheekverzameling bewaard: ongeveer tien miljoen boeken, 350.000 kranten- en tijdschrifttitels, ongeveer één miljoen microfiches en evenzoveel geluidsopnames.
Een zeer belangrijk gedeelte van de bibliotheek wordt nog op de oude locatie in de Rue Richelieu bewaard. Hier zijn, naast 2,7 miljoen boekbanden, de volgende bijzondere collecties gevestigd:
Andere afdelingen van de Bibliothèque national de France zijn de Bibliothèque-musée de l'Opéra met een onschatbare verzameling operapartituren, gevestigd in het Palais Garnier, de Bibliothèque de l’Arsenal met één miljoen banden gespecialiseerd in literatuur, gevestigd in een gebouw in het 4e arrondissement en La Maison Jean-Vilar in Avignon, een bibliotheek over het theaterwezen.