In de wereld van vandaag is Ulster Grand Prix 1958 een onderwerp van grote relevantie en interesse voor een grote verscheidenheid aan mensen. Van experts en professionals tot het grote publiek: Ulster Grand Prix 1958 heeft ieders aandacht getrokken vanwege de impact en invloed ervan op verschillende gebieden van het dagelijks leven. Omdat het belang ervan voortdurend toeneemt, is Ulster Grand Prix 1958 een belangrijke speler geworden in de ontwikkeling en evolutie van de moderne samenleving. Daarom is het essentieel om alle aspecten die verband houden met Ulster Grand Prix 1958 diepgaand te analyseren en te begrijpen, om de implicaties ervan op een kritische en constructieve manier te kunnen aanpakken.
De Ulster Grand Prix van 1958 werd op een regenachtige dag verreden. John Surtees was al wereldkampioen in de 350- en de 500cc-klasse.
500cc-klasse
Het team van MV Agusta had de GP van Zweden overgeslagen, maar nu ze er weer waren won John Surtees zijn zesde 500cc-race van het jaar. Zijn teamgenoot John Hartle moest echter wel privérijderBob McIntyre (Norton) voor zich dulden. McIntyre kwam pas voor de tweede keer aan de start, nadat hij in de TT van Man was uitgevallen en scoorde dus zijn eerste punten.
Door zijn vierde overwinning van het seizoen werd Tarquinio Provini onbereikbaar voor de concurrentie. Tommy Robb werd tweede, maar was geen bedreiging voor Horst Fügner, die slechts vijfde werd, maar zijn tweede plaats in de WK-stand behield. Dat was een groot succes voor MZ. Robb scoorde zijn eerste punten van het seizoen het hetzelfde gold voor Dave Chadwick, die met een MV Agusta 250 Bialbero derde werd.
Voor de start hadden Alberto Gandossi en Luigi Taveri nog een theoretische kans op de wereldtitel, maar met zijn vierde overwinning van het seizoen stelde Carlo Ubbiali die zeker. Taveri werd weliswaar tweede, maar dat was niet genoeg om zijn Ducati-teamgenoot Gandossi van de tweede plaats in de WK-stand te verdringen.