In de wereld van vandaag is Ulster Grand Prix 1956 een steeds relevanter onderwerp van algemeen belang geworden. Met de vooruitgang van de technologie en de veranderingen in de samenleving heeft Ulster Grand Prix 1956 niet alleen de aandacht getrokken van specialisten in het veld, maar ook van het grote publiek. Daarom is het van cruciaal belang om je te verdiepen in de meest relevante aspecten van Ulster Grand Prix 1956, zodat de impact ervan in verschillende gebieden en contexten kan worden begrepen. In dit artikel zullen we dieper ingaan op de analyse van Ulster Grand Prix 1956, waarbij we de verschillende dimensies en implicaties ervan vandaag onderzoeken. Vanaf het begin tot de huidige evolutie gaan we bekijken hoe Ulster Grand Prix 1956 de manier heeft gevormd waarop we de wereld om ons heen begrijpen.
In Ulster kwamen alle klassen aan de start: Op donderdag 9 augustus de 250cc-klasse en de 350 cc-klasse en op zaterdag 11 augustus de 125cc-, 500cc- en de zijspanklasse. De werelditels in de 125cc-klasse en de 250cc-klasse waren al beslist. In deze Grand Prix werden de 350cc- en de 500cc-wereldtitels beslist. Bij een ongeluk tijdens de 350cc-race kwam Derek Ennett om het leven.
Met zijn overwinning stelde Bill Lomas zijn wereldtitel zeker. Dickie Dale werd tweede en John Hartle, de latere winnaar van de 500cc-race, werd derde. Tijdens de race miste Derek Ennett de S-bocht, raakte een talud en daarna een telegraafpaal. Hij was op slag dood. Het was waarschijnlijk zijn eerste race met een Moto Guzzi Monocilindrica 350.
Aanvankelijk kende de 125cc-klasse in Ulster acht deelnemers en dat waren er al veel, alleen in de Ulster GP van '53 waren er meer geweest: negen. Luigi Taveri besloot echter niet te starten, waardoor er nog maar zeven deelnemers waren. Daarvan reden er slechts twee daadwerkelijk over de finish: Carlo Ubbiali en Romolo Ferri. Nog drie anderen hadden genoeg ronden afgelegd om in elk geval geklasseerd te worden.
De zijspanrace in Ulster was nogal saai. Cyril Smith viel al kort na de start stil, terwijl Wilhelm Noll aan de leiding ging en die niet meer afstond. Op de tweede plaats lag Pip Harris en Fritz Hillebrand was aanvankelijk derde, maar viel al in de eerste ronde uit, waardoor Florian Camathias die positie overnam. Een korte regenbui veroorzaakte nog wat schuivers, maar vooraan veranderde niets meer. Door hun overwinning namen Wilhelm Noll/Fritz Cron de WK-leiding weer over van Fritz Hillebrand/Manfred Grunwald.