Tegenwoordig is Aldo van Eyck een onderwerp van grote relevantie en interesse voor een breed scala aan mensen. Of het nu vanwege de impact ervan op de samenleving, het historische belang ervan of de relevantie ervan in de huidige omgeving is, Aldo van Eyck is een onderwerp dat degenen die zich erin verdiepen altijd blijft fascineren en intrigeren. In dit artikel gaan we dieper in op Aldo van Eyck, verkennen we de verschillende facetten ervan en bieden we een uniek perspectief op dit brede en diverse onderwerp. Door middel van gedetailleerde analyse en kritisch onderzoek hopen we licht te werpen op Aldo van Eyck en onze lezers een vollediger inzicht te geven in dit onderwerp dat zoveel invloed op ons heeft.
Aldo van Eyck | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Van Eyck in 1970
| ||||
Persoonsinformatie | ||||
Nationaliteit | Nederlandse | |||
Geboortedatum | 16 maart 1918 | |||
Geboorteplaats | Driebergen | |||
Overlijdensdatum | 13 januari 1999 | |||
Overlijdensplaats | Loenen aan de Vecht | |||
Beroep | architect, academisch docent, decorontwerper | |||
Werken | ||||
Belangrijke gebouwen | Burgerweeshuis, Amsterdam (1960) | |||
Prijzen | Royal Gold Medal (1990) Fritz-Schumacherprijs (1992) Wolfprijs (1996/1997) | |||
Archieflocatie | privaat archief | |||
RKD-profiel | ||||
|
Aldo Ernest van Eyck (Driebergen, 16 maart 1918 – Loenen aan de Vecht, 13 januari 1999)[2] was een Nederlands architect.
Van Eyck werd geboren als zoon van de dichter Pieter Nicolaas van Eyck en Nelly Benjamins en was een broer van Robert van Eyck. Hij groeide op in Golders Green in Londen en studeerde af aan de Eidgenössische Technische Hochschule van Zürich, waar hij zijn vrouw Hannie van Roojen leerde kennen die eveneens architect was.
In 1949 werd hem door Willem Sandberg gevraagd om de Cobra tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam in te richten. Van Eyck had vanaf 1951 een architectenbureau. In 1952 ontwierp hij samen met Constant Nieuwenhuijs een ruimte voor de tentoonstelling ‘Mens en huis’ van 1952-1953 in het Stedelijk Museum Amsterdam. Van 1971 tot 1982 werkte hij samen met architect Theo Bosch, en vanaf 1982 tot zijn overlijden samen met zijn vrouw onder de naam A. & H. van Eyck. Het bureau is daarna door Hannie van Eyck voortgezet, waarbij zij samenwerkte met Abel Blom, zoon van architect Piet Blom.
Daarnaast was Van Eyck van 1966 tot 1976 buitengewoon hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft en zat hij van 1959 tot 1963 in de redactie van het tijdschrift Forum, samen met zijn leerling Herman Hertzberger. In 1953 was hij een van de oprichters van Team 10 en een van de eerste en meest invloedrijke vertegenwoordigers van het structuralisme.
Afrikaanse volksarchitectuur (de kashba en de architectuur van de Dogon in Mali) was een van zijn belangrijkste inspiratiebronnen; sanatorium Zonnestraal vond hij zelf het mooiste gebouw; en Jan Duiker was volgens Van Eyck de beste architect van de wereld.
Basklarinettist Harry Sparnaay droeg in 1982 de compositie Bouwstenen voor basklarinet en tape aan hem op.
Aldo van Eyck overleed in 1999 op tachtigjarige leeftijd. In juli 2017 besloot de Gemeente Amsterdam brug 413 voortaan aan te duiden als de Aldo van Eyckbrug, de brug zelf is ontworpen door Piet Kramer.