Vandaag komen we een onderwerp tegen dat de afgelopen weken steeds meer belangstelling heeft gewekt: Abdij van Hautvillers. Deze persoon/onderwerp/datum heeft de aandacht van het publiek getrokken en tot een intens debat in de samenleving geleid. Daarom willen we in dit artikel licht werpen op de fundamentele aspecten die verband houden met Abdij van Hautvillers, en een gedetailleerde analyse bieden van de implicaties en gevolgen ervan. Langs deze lijnen zullen we de verschillende invalshoeken verkennen van waaruit Abdij van Hautvillers kan worden benaderd, met als doel een volledig en objectief beeld van deze kwestie te geven. Dit is zonder twijfel een zeer relevant onderwerp dat het verdient om diepgaand en nauwgezet te worden behandeld, en dat is precies wat we met de volgende regels willen bereiken.
Abdij van Hautvillers | ||
---|---|---|
Onderdeel van de werelderfgoedinschrijving: Heuvels, huizen en wijnkelders van de Champagnestreek | ||
Land | ![]() | |
Coördinaten | 49° 5′ NB, 3° 56′ OL | |
UNESCO-regio | Europa en Noord-Amerika | |
Criteria | iii, iv, vi (Uitleg) | |
Inschrijvingsverloop | ||
UNESCO-volgnr. | 1465 | |
Inschrijving | 2015 (39e sessie) | |
Kaart | ||
UNESCO-werelderfgoedlijst |
De Abdij van Hautvillers (Frans: Abbaye de Saint Pierre d'Hautvillers) is een voormalige abdij van de benedictijnen op 7 kilometer van Épernay en 20 kilometer van Reims. Deze in het Département Marne gelegen abdij wordt de 'geboorteplaats van de Champagne' genoemd, omdat de monnik Dom Pierre Pérignon (1639-1715) daar van 1668 tot zijn dood de keldermeester was. Dom Pérignon experimenteerde met bijzonder sterke flessen, die een tweede gisting op fles konden verdragen. Deze flessen werden met de aan hem toegeschreven kurk, de muselet, afgesloten. De muselet is een constructie van ijzerdraad, die de kurk stevig op de fles houdt.
In het klooster woonde ook Dom Thierry Ruinart, oom van de grondlegger van Ruinart, het oudste champagnehuis.
Dat de niet bijzonder vermaarde 'stille' champagne als een dure mousserende wijn kan worden verkocht, dankt de streek aan de innovaties die in de kelder van de abdij van Hautvillers werden uitgedacht.
De rond 650 gestichte abdij werd na de Franse Revolutie genationaliseerd. De monniken werden weggestuurd en het onroerend goed viel in 1794 in handen van de wijnhandelaar Jean-Remy Moët. Zo kwam het bezit in handen van het wijnhuis Moët & Chandon dat in de abdijkerk een wijnmuseum vestigde.
Cave Thomas (Nederlands: Kelder van Thomas) is historisch gezien de eerste speciaal gebouwde ondergrondse wijnkelder in de Champagnestreek. Hij werd gebouwd onder leiding van Dom Pierre Pérignon aan het einde van de 17e eeuw rond 1673.[1][2] Hij is gelegen op ongeveer 800 meter ten zuiden van de abdij (in de lieu-dit[3] La Cave Thomas) en werd uit de kalkrijke hellingen onder het dorp gehouwen. De hoofdgalerij had een lengte van 34 meter en een breedte van 6 meter, wat voldoende ruimte bood om tot 500 wijnvaten te huisvesten.[1]
De oprichting van Cave Thomas betekende een belangrijke vooruitgang in de wijnproductiemethoden van die tijd. Door wijnen in een ondergrondse omgeving met constante, koele temperaturen op te slaan, wilde Dom Pérignon de kwaliteit en houdbaarheid van de wijnen verbeteren. Deze innovatieve aanpak legde de basis voor moderne champagneproductietechnieken, waarbij gecontroleerde rijpingsomstandigheden centraal staan.[4]
Vandaag de dag blijft de erfenis van Cave Thomas voortleven als een eerbetoon aan Dom Pérignons pioniersgeest en zijn bijdrage aan de champagne-industrie. De kelder blijft een symbool van de vroege technologische innovaties die hebben bijgedragen aan de uitzonderlijke reputatie van Champagne.[5]
Sinds 2015 zijn zowel de abdij als de kelder een onderdeel van het UNESCO-werelderfgoed “Heuvels, huizen en kelders van de Champagne”. De abdij staat in een gemeente die deel uitmaakt van de inschrijving, maar wordt ook apart benoemd. Ook de kelder wordt benoemd als een ondergronds deel van het erfgoed.
Les vignobles historiques comprennent les premiers aires de viticultures, les villages d'Hautvillers, Aÿ et Mareuil-sur-Ay et le clos et les vestiges de l'abbeye de d'Hautvillers, le chateau de Montobello ainsi que l'infrastructure viticole (...) Le patrimoine souterrain comprend plusieurs caves, parmi lesquelles il faut mentionner la cave Thomas, la plus ancienne des caves creusées spécifiquement pour stocker le champagne (1673) et la cave du château de Montebello (1770-1780).
(Tot de historische wijngaarden behoren de eerste wijnbouwgebieden, de dorpen Hautvillers, Aÿ en Mareuil-sur-Ay en de kloostergang en de overblijfselen van de abdij van Hautvillers, het kasteel van Montebello en de wijnbouwinfrastructuur (...). Het ondergrondse erfgoed omvat meerdere kelders, waaronder de Cave Thomas, de oudste kelder die speciaal werd uitgegraven voor de opslag van champagne (1673), en de kelder van het kasteel Montebello (1770-1780).)