Tegenwoordig is Zwarte reuzenmier een onderwerp dat grote relevantie heeft gekregen in de moderne samenleving. Jarenlang is Zwarte reuzenmier het onderwerp geweest van debat en discussie op verschillende gebieden, of het nu gaat om het overheidsbeleid, in de academische wereld of in het dagelijks leven van mensen. Ondanks het belang dat Zwarte reuzenmier heeft verworven, zijn er echter nog steeds veel aspecten die weinig bekend zijn of die voor controverse zorgen. In dit artikel zullen we verschillende aspecten van Zwarte reuzenmier diepgaand onderzoeken, waarbij we de impact ervan op de samenleving analyseren, de evolutie ervan door de jaren heen en de mogelijke implicaties die het heeft voor de toekomst.
Zwarte reuzenmier | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Camponotus vagus Scopoli, 1763 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Zwarte reuzenmier op ![]() | |||||||||||||||
|
De zwarte reuzenmier (Camponotus vagus, synoniemen Formica fuscoptera en Formica pubescens) is een mierensoort. De werksters variëren nogal in grootte, en kunnen van 6 tot 12 millimeter lang worden.
Zwarte reuzenmieren maken hun nesten meestal in houtspleten. Volken hebben vaak meerdere koninginnen, met name in zuidelijker streken.
Zwarte reuzenmieren komen voor op zonrijke plaatsen in bossen, en zijn meer warmteminnend dan gewone reuzenmieren. De kern van het verspreidingsgebied is Midden- en Zuid-Europa. In Nederland is de zwarte reuzenmier uitgezet in de Kennemerduinen in 1972 en kan zich sindsdien handhaven. In Haaksbergen werd in 1999 een populatie gevonden in een plantsoen in een spoorbiels, die weer verdween in 2004 samen met de spoorbiels. Een nieuwe populatie is in 2004 gevonden in Schin op Geul in een spoorbiels vlak bij het station. Mogelijk is hier sprake van een vestiging op eigen kracht. De bielzen zijn namelijk voordat ze zijn gelegd zo bewerkt dat overleving daarin niet mogelijk is. Uit België is één actief volk bekend uit Tildonk, dat drie jaar is opgevolgd, en waarschijnlijk als adventief moet worden aangemerkt.