Umberto Betti

In de moderne wereld is Umberto Betti een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed scala aan doelgroepen. Of het nu op persoonlijk, professioneel of academisch niveau is, Umberto Betti heeft de aandacht getrokken van miljoenen mensen over de hele wereld. De impact ervan is op verschillende gebieden voelbaar, van technologie tot politiek, en zijn invloed blijft elke dag groeien. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Umberto Betti in detail onderzoeken en het belang ervan in de huidige context bespreken. Vanaf de oorsprong tot de mogelijke toekomstige implicaties zullen we ons verdiepen in de wereld van Umberto Betti om de reikwijdte en betekenis ervan in de hedendaagse samenleving te begrijpen.

Umberto Betti O.F.M.
Kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen kardinaal
Rang kardinaal-diaken
Titeldiakonie Santi Vito, Modesto e Crescenzia
Creatie
Gecreëerd door paus Benedictus XVI
Consistorie 24 november 2007
Kerkelijke carrière
1991-1995 rector van de Pauselijke Lateraanse Universiteit
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Umberto Betti O.F.M. (Pieve Santo Stefano, 7 maart 1922 - Fiesole, 1 april 2009) was een Italiaans geestelijke en kardinaal van de katholieke kerk.

Betti trad op zijn vijftiende in bij de Franciscanen en deed zijn eerste gelofte in 1938. Zijn eeuwige gelofte legde hij af in 1943 en in 1946 werd hij priester gewijd. Hij promoveerde vervolgens tot doctor in de theologie aan de Université catholique de Louvain. Hij werd hoogleraar aan de Pauselijke Universiteit Antonianum in Rome, waar hij tot 1991 zou doceren. Hij was lid van de voorbereidende theologische commissie van het Tweede Vaticaans Concilie. Van 1991 tot 1995 was hij rector van de Pauselijke Lateraanse Universiteit in Rome. Ter gelegenheid van zijn emeritaat werd hij onderscheiden in de orde Pro Ecclesia et Pontifice.

Tijdens het consistorie van 24 november 2007 werd hij verheven tot kardinaal-diaken en kreeg hij de Santi Vito, Modesto e Crescenzia als titeldiakonie. Vanwege zijn leeftijd hoefde hij niet tot bisschop te worden gewijd. Aangezien hij bij zijn verheffing tot kardinaal al ouder was dan 80 jaar, kon hij niet deelnemen aan toekomstige conclaven.