Het belang van Problematische opvoedingssituatie in de huidige samenleving valt niet te ontkennen. Of het nu een actueel onderwerp is of een historische gebeurtenis, Problematische opvoedingssituatie speelt een cruciale rol in het leven van mensen. Door de jaren heen is Problematische opvoedingssituatie het onderwerp geweest van debat, analyse en reflectie op verschillende gebieden, van politiek en economie tot cultuur en entertainment. In dit artikel zullen we de impact van Problematische opvoedingssituatie op het dagelijks leven onderzoeken, evenals de invloed ervan op besluitvorming en menselijk gedrag. Van het belang ervan op de werkplek tot de invloed ervan op de mentale en emotionele gezondheid: Problematische opvoedingssituatie heeft een bereik dat grenzen en tijd overstijgt.
De term "problematische opvoedingssituatie" (POS) (ook wel "verontrustende opvoedingssituatie" (VOS) genoemd) is in 1980 door de hoogleraar orthopedagogiek Wim ter Horst gelanceerd als het voorwerp van de wetenschap orthopedagogiek. In zijn bewoordingen betekent dit een "door de betrokkenen als nagenoeg perspectiefloos ervaren opvoedingssituatie, waarin men er zonder deskundige hulp van buitenaf niet in slaagt het geheel zodanig te veranderen dat het weer perspectiefbiedend wordt".
De term als object van de wetenschap staat in de othopedagogiek zelf wel ter discussie omdat niet volgens iedereen de opvoedingssituatie als “perspectiefloos” gezien moet worden, en ook niet per se de beleving van de betrokkenen zelf het uitgangspunt moet zijn. Orthopedagogiek kan zich immers ook preventief naar POS richten en ook de definiëring van de buitenwereld kan aanleiding geven tot orthopedagogische interventies.
Bij de hervorming van de jeugdbescherming in Vlaanderen in 1985 werd de problematische opvoedingssituatie (POS) het uitgangspunt waarop de Bijzondere jeugdbijstand is gebaseerd. De term kreeg er wel een eigen invulling en betekent in de bewoordingen van de gecoördineerde decreten "een toestand waarin de fysieke integriteit, de affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen van minderjarigen in het gedrang komen, door bijzondere gebeurtenissen, door relationele conflicten of door de omstandigheden waarin zij leven."
In zijn ministeriële omzendbrief van 20 januari 1999 betreffende de profilering van de Comités voor bijzondere jeugdzorg verduidelijkt Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, Luc Martens het begrip zoals het in de Bijzondere jeugdbijstand moet worden begrepen.[1] Een opvoedingssituatie kan daar als problematisch worden omschreven, aan de hand van volgende parameters :
In navolging van Pieter Kousemaker schetst de minister een schaal van opvoedingsproblemen waarop de POS kan gesitueerd worden :