In de wereld van vandaag is Plastische opvoeding een onderwerp van grote relevantie en interesse geworden. Of het nu komt door de impact ervan op de samenleving, de invloed ervan op de populaire cultuur of het belang ervan in het professionele veld, Plastische opvoeding is een onderwerp dat blijft zorgen voor debat en controverse. Door de geschiedenis heen is Plastische opvoeding het onderwerp geweest van studie en onderzoek, en de impact ervan op verschillende gebieden is niet onopgemerkt gebleven. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Plastische opvoeding, van de oorsprong en evolutie tot de relevantie ervan vandaag de dag. Daarnaast zullen we het belang bespreken van een grondig begrip van Plastische opvoeding en de impact ervan op ons leven.
Plastische opvoeding is in het Vlaamse secundair onderwijs een schoolvak waarin de artistieke vaardigheden en de creativiteit van leerlingen kan worden ontwikkeld. Het vak wordt meestal afgekort met P.O.
'Plastische opvoeding' staat op het lesrooster van het eerste leerjaar voor een lestijd per week. Ook in sommige studierichtingen van de hogere jaren komt het vak nog voor. Meestal wordt het vak gegeven door een "regent plastische kunsten", maar ook anderen kunnen onderwijsbevoegdheid krijgen om het vak te mogen geven, zoals afgestudeerden van het kunstonderwijs die een aanvullende lerarenopleiding hebben gevolgd.
Etymologisch is plastisch afgeleid van het Griekse plasso, wat neerkomt op uit leem kneden, vormen. Met plastische opvoeding bedoelt men dus opvoeding in de vorm, de vormgeving, de kleur en de compositie. Met plasticiteit bedoelt men meestal ruimtelijkheid.
De vorming 'plastische opvoeding' krijgt gestalte in het maken van beeldende werkstukken waarbij na het formuleren van een opdracht:
Daarbij doet de leerling voortdurend aan peerevaluatie of collegiale toetsing en zelfevaluatie door gerichte vragen schriftelijk te beantwoorden.
Voor Nederland onder meer bij culturele en kunstzinnige vorming