In dit artikel zullen we het onderwerp Parasolmier in detail onderzoeken, een zeer relevant onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van experts en het grote publiek. Door de jaren heen is Parasolmier het onderwerp geweest van debat en discussie op verschillende gebieden, waardoor oprechte belangstelling is gewekt voor de impact ervan op de samenleving. Door middel van een uitgebreide analyse zullen we de verschillende perspectieven en argumenten met betrekking tot Parasolmier bespreken, met als doel licht te werpen op dit complexe onderwerp. Op dezelfde manier zullen we de evolutie ervan in de loop van de tijd en de invloed ervan op het heden onderzoeken, waardoor de lezer een volledige en bijgewerkte visie op Parasolmier krijgt.
Parasolmier | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Atta colombica Guérin-Méneville, 1844 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Parasolmier op ![]() | |||||||||||||||
|
De Parasolmier (Atta colombica) is een mier uit het geslacht Atta. Het is een van de 47 soorten die bladeren kauwen.
Parasolmieren knippen stukjes blad af met hun kaken en dragen deze als een soort parasol naar hun ondergrondse nest. Eenmaal in het nest worden de bladeren door kleinere werkstermieren fijngekauwd tot bladermoes. Dit bladermoes wordt opgeslagen waarbij het begint te schimmelen. De schimmels worden gebruikt als voedsel voor de mierenlarven.
Nesten zijn te herkennen aan de conische nestopeningen. Deze bestaan uit witgrijze schimmelresten die als pellets door de werkers naar buiten worden weggewerkt.
De soort komt voor in Guatemala, Honduras, Suriname, Colombia, Ecuador en delen van Costa Rica.