In de wereld van vandaag is Oude geschiedenis van de Joden een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een groot aantal mensen. Of het nu vanwege de impact op de samenleving, de historische relevantie of het belang ervan op wetenschappelijk gebied is, Oude geschiedenis van de Joden heeft de aandacht getrokken van zowel experts als enthousiastelingen. In dit artikel zullen we de meest relevante aspecten van Oude geschiedenis van de Joden diepgaand onderzoeken, waarbij we de impact ervan op verschillende gebieden en de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren. Vanaf de oorsprong tot de huidige staat zullen we beginnen aan een spannende reis om alles wat Oude geschiedenis van de Joden te bieden heeft diepgaand te begrijpen.
Oude geschiedenis van de Joden
Titelpagina uit Duitse editie van 1552 met een fantasieportret van Flavius Josephus.
Blad uit een handschrift uit 1466 van de Oude geschiedenis van de Joden, Biblioteka Narodowa, BN sygn. BOZ cim. 1
De Oude Geschiedenis van de Joden, ook wel bekend als de Joodse Oudheden, (oorspronkelijke Griekse titel Ioudaïkè Arkhailogia[1]; Latijnse titel Antiquitates Judaicae, vaak afgekort AJ) is een verhaal in twintig boeken, in het Grieks geschreven tussen 79 en 94 na Christus door Flavius Josephus, dat, aldus de schrijver, de "complete oude geschiedenis"[2] bevat van "ons Joedajoi"[3] die tussen 536 voor Chr. en 73 na Chr. leefden in en rond Palestina, vanaf 44 na Chr. in de toenmalige Romeinse provincieJudaea, daarbij geleidelijk steeds verder uiteenvallend[4] door eeuwen van interne machtsstrijd escalerend tot openlijke bendeoorlogen. De jaren 66-73 na Christus behandelt Josephus niet in dít werk want daarover had hij eerder al zijn werk de Joodse oorlog tegen de Romeinen doen verschijnen.[5]
Bronnen van Josephus
Naar eigen zeggen baseerde Josephus zijn verhaal op "de Hebreeuwse teksten".[6] Tot ongeveer het jaar 432 voor Christus (boek XI hoofdstuk 5, volgens sommigen[7] zelfs tot eind hoofdstuk 7) bedoelt Josephus daarmee kennelijk vooral de verhalen die ons ook zijn overgeleverd in de vorm van het Oude Testament van de Bijbel. Vanaf dat punt baseerde Josephus zich op bronnenmateriaal dat grotendeels niet langs andere weg bewaard is gebleven.[8]
Betekenis van Joedajoi bij Josephus
Behalve de hierboven al genoemde betekenis, gebruikt Josephus hetzelfde woord Joedajoi in boek IX van De Oude Geschiedenis van de Joden voor leden van de volksstam Joeda[9] rond 725 voor Chr.; in boek X voor bewoners van het tweestammenrijk Joeda-Benjamidos[10] rond 600 v.Chr.; in boek XI voor (nakomelingen van) ballingen uit voormalig rijk Joeda-Benjamidos die zich in Babylon bevinden[11] in 536 v.Chr..
In boek XIV hoofdstuk 7 subparagrafen 113-118 maakt Josephus ook melding van Joedajoi levend in Alexandrië, Cyrene en overig Egypte, rond 67 tot 37 voor Chr... In boek XVIII hoofdstukken 8 en 9 maakt hij melding van Joedajoi levend in Alexandrië en Babylonië, beide rond 20 tot 40 na Chr..
Indeling in twintig boeken
Het verhaal is verdeeld over twintig boeken, dat wil zeggen: destijds twintig boekrollen.
Bij de eerste 10½ boeken zijn globale parallellen aan te geven met passages in de Bijbel.[12] Vanaf boek VI (koning Saoelos, 1020 voor Chr.) zijn bij de gebeurtenissen globaal jaartallen aan te geven.[13]
loopt vanaf de schepping door God van "de hemel en de aarde"[14] tot aan de dood van Isakos. De Bijbel is dan gevorderd tot Genesis 35.
loopt tot de doortocht door de Rode Zee (Exodus 15).
tot nederlaag en dood van Achabos, koning van het tienstammenrijk (Israël) (2 Kronieken 18, 1 Koningen 22; 850 v.Chr.).
Israëlieten van het tienstammenrijk gedeporteerd (tot 2 Koningen 17, 2 Kronieken 31; zie ook Nahum 2, Jona 1; 721 v.C.).
loopt tot en met de periode van de Babylonische ballingschap (Daniël 1- 8, Jeremia 22-52, 2 Koningen 18-25, Ezechiël 12, 2 Kronieken 32-36, Jesaja 38-39; tot 538 v.Chr.).
begint met de terugkeer in 536 voor Christus[13] uit Babylon naar Jeruzalem en omstreken van groepen "Israëlieten"[15] van de "stammen Joeda en Benjamitidos en de Levieten en de priesters",[15] die vanaf dat moment allen gezamenlijk door verteller Josephus consequent worden aangeduid als de Joedajoi. Boek XI loopt vervolgens tot de dood van Alexander de Grote en de dood van hogepriester Jaddoes (± 323 voor Chr.). (Er zijn parallellen met de Bijbelboeken Ezra en Nehemia.)
procuratorGessius Florus, aangesteld door keizer Nero, gaat "boosaardig en gewelddadig te werk" en laat "ons geen andere keuze dan de Romeinen de oorlog te verklaren"[16] (66 na Chr.).
The Judean Antiquities[dode link], Twee Engelse vertalingen: ‘Brill Josephus Project’ (ed. Steve Mason, Brill 2000-), én William Whiston (1737), naast de Griekse tekst. Website PACE (Project on Ancient Cultural Engagement), vermoedelijk vanuit de York University in Toronto.
↑Aldus Inleiding pagina 29 in deel 1 van (zie literatuur).
↑Aldus Josephus in AJ (I, 5) oftewel: boek I, subparagraaf 5, van De Oude Geschiedenis van de Joden. N.B. Deze notatie met boeknummer en subparagraafnummer is in 1885 geïntroduceerd en tegenwoordig meest gebruikelijk. Een oudere indeling met boek-, hoofdstuk- en paragraafnr. is bijvoorbeeld te zien in de vertaling van Whiston uit 1737 (zie externe link).
↑Josephus (I, 4): ἡμῖν τοῖς Ἰουδαίοις ; Jos (I, 6): Ἰουδαῖοι . (Joedajoi is een Griekse meervoudsvorm; Joedajois is een verbuiging daarvan.) N.B.: Alle Griekse aanhalingen van Josephus in dit artikel zijn afkomstig van de website genoemd onder ‘Externe link’.
↑Zie daarvoor vooral ook het tussen 75 en 79 na Chr. door dezelfde Josephus geschreven
Ἱστορία Ἰουδαϊκοῦ πολέμου πρὸς Ῥωμαίους (Geschiedenis van de Joodse oorlog tegen de Romeinen), vooral bekend onder de Latijnse titel Bellum Judaicum , afgekort BJ. Recentelijk heruitgebracht in Nederlandse vertaling als De Joodse Oorlog (zie literatuur).
↑Tussen 75 en 79 na Chr. schreef Josephus Geschiedenis van de Joodse oorlog tegen de Romeinen (zie vorige noot).
↑(XI, 6): τοὺς ἐπιφανεστάτους τῶν ἐν Βαβυλῶνι Ἰουδαίων (= de voornaamste Joedajoi in Babylon).
↑Deze corresponderende Bijbelgedeeltes (concordantie) worden aldus opgegeven door (zie lit.), achter in deel 2. De parallellen van boek XI van Josephus met de Bijbelboeken Ezra en Nehemia worden door echter niet vermeld.
↑ abDeze jaartallen worden niet gegeven door Josephus zelf, maar door (zie lit.), achter in deel 2 van hun recente Nederlandse vertaling.
Flavius Josephus – De Oude Geschiedenis van de Joden . Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door F.J.A.M. Meijer en M.A. Wes. Uitgegeven in drie delen: deel 1 Ambo bv, Baarn, 1996; deel 2 en 3 Ambo bv, Amsterdam, 1997 resp. 1998. Elk deel bevat een niet geheel identiek ‘Voorwoord’, een niet geheel identieke ‘Verantwoording’, en een vrijwel geheel verschillende ‘Inleiding’ van respectievelijk 44, 67 en 58 pagina’s die dus gezamenlijk één inleiding van 169 pagina’s vormen.
Flavius Josephus – De Joodse Oorlog & Uit mijn leven . Vertaling en commentaar door F.J.A.M. Meijer en M.A. Wes. Ambo, Baarn, 1992.