In dit artikel zullen we de fascinerende wereld van Flavius Josephus verkennen en alle implicaties die dit heeft op ons leven. Vanaf de oorsprong tot de impact ervan op de moderne samenleving zullen we elk relevant aspect met betrekking tot Flavius Josephus in detail analyseren. We zullen ontdekken hoe Flavius Josephus in de loop van de tijd is geëvolueerd en wat de relevantie ervan is in de wereld van vandaag. Daarnaast zullen we de verschillende perspectieven verkennen die rond Flavius Josephus bestaan, evenals de controverses en debatten die het oproept. Met dit artikel hopen we een alomvattend en verrijkend beeld te geven van Flavius Josephus, waardoor onze lezers dit fenomeen en de implicaties ervan beter kunnen begrijpen.
Titus Flavius Josephus | ||||
---|---|---|---|---|
Romeinse buste, gedacht Flavius Josephus voor te stellen.
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Josef ben Mattijahu, יוסף בן מתתיהו | |||
Ook bekend als | Flavius Josephus | |||
Geboren | 37 | |||
Geboorteplaats | Jeruzalem, Judea | |||
Overleden | ca. 100 | |||
Overlijdensplaats | Rome, Romeinse Keizerrijk | |||
Land | Romeinse Rijk | |||
Beroep | Geschiedschrijver en hagiograaf | |||
Werk | ||||
Genre | Historie, hagiografie | |||
Thema's | Joodse geschiedenis | |||
Bekende werken | Oude geschiedenis van de Joden, De Joodse oorlog | |||
(en) IMDb-profiel | ||||
|
Titus Flavius Josephus (Jeruzalem, 37 - Rome, ca. 100[1]), oorspr. naam Josef ben Mattijahu (Hebreeuws: יוסף בן מתתיהו) genoemd, was een Romeins-Joodse geschiedschrijver en hagiograaf van priesterlijke en koninklijke afkomst.[2] In zijn twee belangrijkste werken Oude geschiedenis van de Joden (ca. 94 n.Chr.) en De Joodse oorlog (ca. 75 n.Chr.) ligt het accent op de eerste eeuw n.Chr., vooral op de Joodse opstand tegen de Romeinse bezetting in de periode 66 - 70 n.Chr. (de Eerste Joodse Oorlog) die resulteerde in de vernietiging van Jeruzalem in 70.
Josephus schreef zijn werken in het Koinè-Grieks om voor een Romeins publiek de geschiedenis van de wereld vanuit Joods perspectief uit te leggen. Deze werken geven waardevol inzicht in het jodendom in de eerste eeuw en de achtergrond van het vroege christendom.[3] Zelf hield Josephus zich aan de wet van Mozes en geloofde in de mogelijkheid het jodendom en het Grieks-Romeinse denken te verenigen in wat wel Hellenistisch judaïsme wordt genoemd.[4] Hoewel hierover controverse is onder historici, lijkt Josephus als een van de eersten buiten de auteurs van het Nieuwe Testament Jezus en zijn titel "Christus" te hebben vermeld.
Aanvankelijk deed Flavius Josephus als legerleider mee in de Joodse Opstand (66-70), waarbij Jeruzalem en de Joodse Tempel verwoest werden door de Romeinen. Hij werd in een vroeg stadium van deze opstand gevangengenomen en dankt hieraan waarschijnlijk zijn overleven. In krijgsgevangenschap voorspelde hij de Romeinse bevelhebber Vespasianus naar aanleiding van een droom dat deze keizer zou worden. Toen dat inderdaad gebeurde, verleende Vespasianus hem gratie. Josephus ging na de val van Jeruzalem met Titus mee naar Rome. Daar kreeg hij een woning en een inkomen. Als vrijgelatene van de Flavische keizers mocht hij de naam Flavius aannemen.
In Rome schreef Josephus De Joodse oorlog, een werk met als boodschap dat de ondergang van Jeruzalem en het Joodse volk de wil van God waren (de Romeinen waren Gods instrument) en dat men het verzet tegen de Romeinen maar beter kon stoppen. Hij bleef in Rome en een kleine 20 jaar later verscheen zijn Geschiedenis van de Joden, waarin hij de geschiedenis van zijn volk beschrijft vanaf de schepping tot aan zijn eigen tijd, voor Griekse en Romeinse lezers. Verder schreef hij nog een autobiografie en een polemisch werk, Tegen Apion, waarin hij zekere aantijgingen tegen het Joodse volk weersprak en een uiteenzetting deed van de Joodse wet.
Voor veel Joodse tijdgenoten was Flavius Josephus een verrader die met de Romeinen collaboreerde, maar voor historici is zijn werk van onschatbare waarde om een gedetailleerd inzicht te kunnen krijgen in de gebeurtenissen in het oude Israël en het Midden-Oosten na de periode van het Oude Testament en rond het begin van de jaartelling. Deze periode is mede door toedoen van het moderne zionisme uitgelicht in de Joodse geschiedenis.
Aangezien Josephus schrijft over de periode waarbinnen de gebeurtenissen van het Nieuwe Testament vallen, is het werk van Josephus van groot belang voor de studie van het vroege christendom. Door het werk van Josephus is het mogelijk het Nieuwe Testament in de context te plaatsen van de geschiedenis en de gebruiken van de Joden in die periode.
In het werk van Josephus komen twee passages voor over Jezus van Nazareth. De eerste passage staat bekend als het Testimonium Flavianum, de tweede passage bericht over de terdoodbrenging van Jakobus (de leider van de joods-christelijke gemeente in Jeruzalem) aangeduid als 'de broer van Jezus, die Christus genoemd wordt'.