In de wereld van vandaag is Nicolaas van Winghe een onderwerp van groot belang en relevantie geworden. Het belang van Nicolaas van Winghe is duidelijk geworden in veel aspecten van het dagelijks leven, van de impact ervan op de gezondheid en het welzijn van mensen tot de invloed ervan op de samenleving en de economie. Met de vooruitgang van de technologie en de mondialisering is Nicolaas van Winghe steeds belangrijker geworden in de moderne wereld. In dit artikel zullen we de rol van Nicolaas van Winghe diepgaand onderzoeken en de impact ervan op verschillende gebieden analyseren, waardoor we een compleet en actueel beeld krijgen van dit onderwerp dat vandaag de dag van groot belang is.
Nicolaas van Winghe | ||||
---|---|---|---|---|
Hoofdambt | augustijnerkoorheer | |||
Plaats | Leuven | |||
Orde | Augustijnen | |||
Echte naam | Nicolaus van Winghe | |||
Geboortedatum | ca. 1495 | |||
Geboorteplaats | Leuven, Zuidelijke Nederlanden | |||
Sterfdatum | 1552 | |||
Sterfplaats | Leuven | |||
Spiritueel ambt | ||||
Andere ambten | Bijbelvertaler | |||
Discipline | ||||
Bekend van | vertaler van de Leuvense Bijbel | |||
|
Nicolaas van Winghe (Leuven, ca. 1495 - aldaar, 1552) was een augustijnerkoorheer die de vertaler was van de zgn. Leuvense Bijbel, een vertaling van de hele bijbel in het Nederlands.
Zijn vader, een invloedrijke Leuvense patriciër, stuurde Nicolaas in 1511 naar de universiteit van zijn geboortestad, waar hij de vrije kunsten doorliep. In 1517 trad hij in bij de reguliere kanunniken van Sint Maartensdal. Deze priorij had een befaamde bibliotheek en was een centrum van bijbelstudie in de traditie van de Moderne Devotie. Van Winghe werkte er als kopiist, werd in 1532 bibliothecaris en later procurator en subprior.
Nadat uitgever Bartholomeus van Grave in 1546 het recht op het drukken van de geautoriseerde bijbel verworven had, deed hij een beroep op de erudiete Van Winghe om te zorgen voor een Nederlandse vertaling van de nieuwe Vulgaateditie. Minder dan een jaar later lag de Leuvense Bijbel er al. In het voorwoord sneerde Van Winghe naar de onderkruypers die hun vertaling buiten het land lieten uitgeven. Inderdaad was de Keulse Bijbel van Alexander Blanckart twee maanden eerder verkrijgbaar, maar het bleef bij een eenmalige druk. Van Winghes tekstgetrouwe vertaling zou na herziening door Jan I Moretus nog eeuwenlang meegaan. In hetzelfde jaar als Den gheheelen bybel verscheen ook Van Winghes vertaling van de De imitatione Christi (1548). Enkele jaren later voltooide hij een derde vertaling uit het Latijn, De Joodse oorlog van Flavius Josephus. Hij stierf in het jaar van publicatie. Postuum verscheen in 1566 zijn voorwoord bij de Leuvense Bijbel als zelfstandig traktaat.