In het volgende artikel zullen we Nationaal Park De Groote Peel diepgaand onderzoeken en de implicaties ervan op verschillende gebieden. Nationaal Park De Groote Peel is tegenwoordig een onderwerp dat van groot belang is en dat veel belangstelling heeft gewekt bij deskundigen en het grote publiek. Langs deze lijnen zullen we de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren, de mogelijke impact ervan op de samenleving, evenals de verschillende meningen en benaderingen die in dit verband bestaan. Vanaf de oorsprong tot aan de toekomstige projectie is Nationaal Park De Groote Peel een onderwerp dat niemand onverschillig laat en dat een gedetailleerd en doordacht onderzoek vereist.
Nationaal Park De Groote Peel | ||
---|---|---|
Nationaal park | ||
Situering | ||
Land | Nederland | |
Locatie | Limburg, Noord-Brabant | |
Coördinaten | 51° 20′ NB, 5° 49′ OL | |
Informatie | ||
IUCN-categorie | II (Nationaal park)
| |
Oppervlakte | 13,48 km[1] | |
Opgericht | 1993 | |
Beheer | Staatsbosbeheer | |
Website | www.natuurparkenlimburg.nl/np/de-groote-peel | |
Foto's | ||
![]() | ||
Kaart van het nationaal park
| ||
![]() |
Nationaal Park De Groote Peel is een natuurgebied van meer dan 1.300 hectare groot. Het is een veengebied in de Peel, op de grens van de Nederlandse provincies Noord-Brabant en Limburg in de gemeenten Asten, Nederweert en Peel en Maas. Het natuurgebied is deels eigendom van Staatsbosbeheer en deels van de gemeente Asten. Het behoort sinds 1993 tot de nationale parken van Nederland en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.
Het oorspronkelijke hoogveengebied in de Peel, dat gedurende eeuwen was ontstaan, had een omvang van ruim 30.000 hectare. De veenlaag kon vijf tot zes meter dik zijn.[2]
Vanaf de middeleeuwen werd veen gewonnen voor brandstof. Aan de rand van het veenmoeras werd turf gestoken voor eigen gebruik. In het Limburgse deel ontstonden hierdoor veenputten. In het Brabantse deel werd de turfwinning vanaf ongeveer 1850 op grote schaal en systematisch aangepakt. Om de turf af te voeren werden turfvaarten en -kanalen gegraven.
Later, toen turf niet meer rendabel was, ging men over op ontginning. Een deel werd omgevormd tot weiland en akkers. In het eerste helft van de twintigste eeuw gingen stemmen op om van het hoogveengebied een natuurreservaat te maken. Vanaf 1951 is dit door Staatsbosbeheer opgepakt.
Tot de landschapstypen behoren moeras, heide, bossen en struwelen. Naast grote waterplassen zijn er veenputten, peelbanen en peelvaarten die herinneren aan de turfwinning. De Groote Peel is een van de weinige gebieden in Nederland waar niet alle turf afgestoken is.
Door de grond van het gebied nat en voedselarm te houden, hetgeen haaks staat op de eisen van landbouwgrond (droog en voedselrijk), probeert men de vele zeldzame plantensoorten en bijbehorende insecten, waaronder een grote rijkdom aan libellen en vlinders, in stand te houden.[2]
Het natte karakter, de vele landschapsvormen en de rust van het gebied maakt de Groote Peel tot een van de vogelrijkste gebieden van West-Europa. In het najaar foerageren hier duizenden trekvogels, waaronder steltlopers, ganzen, kraanvogels en eenden. In het voorjaar broeden er bijna honderd vogelsoorten. Ook komen er, door de aangeplante bomensingels veel zangvogels voor. Verder ziet men er vossen, reeën, amfibieën en reptielen.[2]
In buitencentrum 'De Pelen' van Staatsbosbeheer worden bezoekers ontvangen en geïnformeerd. Er zijn een aantal wandelpaden en een fietspad aangelegd. Moerassig gebied is voor wandelaars ontsloten door gebruik te maken van knuppelbruggen. In het broedseizoen, van 15 maart tot 15 juli, en tijdens de vogeltrek van 15 oktober tot 30 november is een deel van het gebied gesloten voor publiek.