Ludwig Feuerbach

Tegenwoordig is Ludwig Feuerbach een onderwerp dat op verschillende gebieden grote belangstelling en discussie genereert. Van politiek tot wetenschap en technologie heeft Ludwig Feuerbach de aandacht getrokken van experts en het grote publiek. In dit artikel analyseren we de implicaties en gevolgen van Ludwig Feuerbach, evenals de invloed ervan op de hedendaagse samenleving. We zullen verschillende perspectieven en meningen hierover verkennen, met als doel een compleet en verrijkend overzicht te bieden van dit zeer relevante onderwerp. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie heeft Ludwig Feuerbach een cruciale rol gespeeld in de geschiedenis en ontwikkeling van de mensheid, en de impact ervan zal de komende jaren een onderwerp van discussie blijven.

Ludwig Feuerbach
Ludwig Feuerbach
Persoonsgegevens
Naam Ludwig Andreas Feuerbach
Geboren Landshut, 28 juli 1804
Overleden Rechenberg-Neurenberg, 13 september 1872
Land Koninkrijk Beieren
Functie Filosoof
Oriënterende gegevens
Stroming Humanisme
Materialisme
Levensbeschouwing Atheïsme
Handtekening Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Filosofie

Ludwig Andreas Feuerbach (Landshut, 28 juli 1804Rechenberg-Neurenberg, 13 september 1872) was een Duits filosoof en antropoloog. Zijn vader was de bekende jurist Paul von Feuerbach.

Ludwig Feuerbach was een filosoof die zichzelf tot doel had gesteld ¨de mens weer terug op aarde te brengen¨. Op het gebied van godsdienstfilosofie had hij twee basisstellingen:

  1. God is een projectie van de mens.
  2. Er is een alomvattend beginsel. Hij stelt hierbij het streven naar geluk centraal.

Feuerbach zag religie als slechts een bevrediging van een verlangen van de mens. Hoewel dit een van later daterende term van Sigmund Freud betreft, beschouwde hij religie als een compensatie voor beperktheid en eindigheid, en godsdienst is volgens Feuerbach niets meer dan een illusie. Hij pleit voor een beschaving niet gebaseerd op religie maar op natuurwetenschap.

Zijn latere biograaf Adolph Kohut stelde aan het begin van de 20e eeuw (1909) dat ¨we¨ met Feuerbach een van de grootste Duitse denkers van de 19de eeuw zouden bezitten. Hij prees hem als de baanbrekende godsdienstfilosoof, ethicus en metafysicus en als een uitstekende schrijver, en een ¨edel mens. [1]

1830, anoniem: ¨De mens onderschat zijn subjectieve vermogens¨

Het eerste werk waarmee Feuerbach het thema van zijn gedachtegoed entameerde was zijn in 1830 anoniem gepubliceerde Gedanken über Tod und Unsterblichkeit. Hierin stelde hij dat geloof in onsterfelijkheid - zoals dat in het westerse godsgeloof voorkomt - slechts een gedachte is van de mens waaruit blijkt dat deze zijn subjectieve vermogen overschat.

Feuerbach maakte in feite meteen een einde aan zijn academische carrière met dit anonieme eerste werk. Het verscheen in 1830, kort na het uitbreken van de onrust die heel Duitsland twee jaar lang schokte in de nasleep van de Parijse Julirevolutie en culmineerde in het Hambachfestival. Vanwege de religieus kritische inhoud werd het geschrift onmiddellijk door de censuur verboden en werd trachtte de politie de identiteit van de auteur te achterhalen om hem eventueel te kunnen vervolgen. In het voorjaar van 1832 stopte Feuerbach plotseling met lesgeven, toen bekend raakte dat hij deze schokkende, naar blasfemie neigende opvatting geuit had. Voor Feuerbach was deze onthulling aanleiding zich terug te trekken uit de universitaire wereld.

Met zijn eerst anoniem geuite kritiek legde Feuerbach een basis voor een gangbare gedachte binnen het existentialisme dat de mens op zichzelf is.

In de 19e eeuw raakte het denken over en de kritiek op religie en christendom die geuit werd door filosofen en politieke denkers met name door de publicaties van Feuerbach in een stroomversnelling.

De heftige polemiek tegen de religie en het christendom tijdens de restauratie na de Franse Revolutie en de nederlaag van Napoleon Bonaparte, die werden afgeschilderd als ¨achterlijk en oneerlijk¨, bewoog hem ertoe het fenomeen religie tot op de bodem uit te zoeken. Twee jaar lang, van 1839 tot 1841, werkte hij vervolgens aan wat zijn hoofdwerk zou worden:Das Wesen des Christentums (vertaling De essentie van het christendom). Het boek werd in het voorjaar van 1841 uitgegeven door Otto Wigand in Leipzig en maakte Feuerbach onmiddellijk beroemd.

In hetzelfde jaar verschenen nog zes polemieken en artikelen met kritiek op religie en christendom. Voor het grootste deel betrof dit toelichtingen op zijn kritiek op de ‘essentie van het christendom’. In 'Over het oordeel van de Schrift: de essentie van het christendom' wordt al duidelijk dat Feuerbach zich tijdens het werken aan zijn hoofdwerk ook losmaakte van Hegel.

In 1835 verscheen zijn Kritik des "Anti-Hegels": zur Einleitung in das Studium der Philosophie en in 1839 zijn Über Philosophie und Christentum in Beziehung auf der Hegel'schen Philosophie gemachten Vorwurf der Unchristlichkeit, twee publicaties die leken vooruit te lopen op wat later zijn als zijn hoofdwerk zou worden beschouwd.

De essentie van het christendom

In zijn in 1841 verschenen boek De essentie van het christendom (oorspronkelijke spelling: Das Wesen des Christenthums) legde Feuerbach zijn filosofie en zijn kritiek op religie uit. Hij betoogde dat de notie van het opperwezen niet meer is dan de projectie naar buiten toe van zijn eigen innerlijke natuur. Dit was van sterke invloed op de gedachten van Karl Marx, vooral waar het de vervreemdingstheorie betreft, en ook op Joseph Dietzgen, Max Stirner en later Friedrich Nietzsche, die zich niet alleen antit-religieus uitte, doch tevens specifiek anti-christelijk.

Feuerbach stelde, in navolging van de Franse arts de La Mettrie een eeuw eerder, dat het menselijk organisme niet een hoger onderdeel als de ¨ziel¨ vereist dat afzonderlijk na de dood naar het hiernamaals zou gaan.

Monument voor Feuerbach, Neurenberg

Feuerbach had een materialistische grondhouding. Desondanks werd hij door Marx in diens Stellingen over Feuerbach hevig bekritiseerd, omdat Feuerbach volgens hem niet de politieke consequenties van zijn werk inzag.

In 1843 publiceerde Feuerbach ongehinderd door de Pruisische censuur in Zwitserland zijn Grundsätze der Philosophie der Zukunft, later aangevuld met zijn teksten Die Religion der Zukunft en 'Die Kirche der Zukunft (1847). Later vulde hij zijn geschriften over dit onderwerp nog aan met Das Wesen des Glaubens im Sinne Luthers - ein Beitrag zum "Wesen des Christentums.

Filosofie van Feuerbach

Feuerbach maakte deel uit van de links-hegelianen. Dit waren jonge Duitse intellectuelen die weliswaar de dialectiek van Hegel waardeerden, maar op zijn idealisme en metafysica hevig kritiek uitten. Ook Feuerbach had kritiek geuit op Hegels godsdienstideaal. Hegel schreef dat God van zichzelf vervreemd raakte toen Hij de mens schiep (niet veel later zou Nietzsche nog verder gaan met zijn bekende, doorgaans buiten de context aangehaalde uitspraak ¨God is dood¨: daarbij wordt veelal zijn niet onbelangrijke toevoeging weggelaten: ¨de mens heeft hem vermoord¨). Feuerbach draaide de bewering van Hegel om. Hij schreef dat de mens van zichzelf vervreemd raakte, toen hij God schiep. Hij beweerde zelfs dat het geloven in God en de heilige Familie de oorzaak van alle disharmonie op aarde zou zijn.

Daartoe gebruikte hij de hegeliaanse dialectiek. Hij beschouwde de hemelse en harmonieuze familie als de these. De aardse en ontwrichte familie als antithese. En vormde tot slot de aardse harmonieuze familie als synthese. Dit wordt bereikt door de hemelse familie en ook God te vergeten. Door te beseffen dat harmonie enkel op aarde mogelijk is, verdwijnt de ontwrichting vanzelf.

Deze stelling werd door Karl Marx, die Feuerbach aanvankelijk bewonderde, als een utopie beschouwd. Bovendien beschuldigde Marx Feuerbach van ¨crypto-idealisme¨. Volgens Marx was de filosofie van Feuerbach immers geenszins materialistisch, maar nog altijd in essentie idealistisch van aard. Volgens Marx beschouwde Feuerbach de mens namelijk als een abstract, statisch en eenzaam wezen, zonder enige rekening te houden met de geschiedenis en de klassenpositie van de mens in de samenleving. Feuerbach beweerde dat de mens zijn Goden zou hebben gecreëerd om liefde met almacht te combineren. Marx beweerde daarentegen dat de mens zijn God zou hebben gecreëerd ten gevolge van onderdrukking (een gevleugelde uitspraak van hem luidde daarom ¨Godsdienst is opium van het volk¨). Marx veronderstelde dat religie zou verdwijnen door collectieve klassenstrijd en de revolutie. Feuerbach daarentegen vond dat ieder individu zijn geluk moest zoeken in de werkelijke wereld en niet in een goddelijk surrogaat.

Feuerbach over de ziel

Volgens Feuerbach is de ziel of geest nauw verbonden met het lichaam en dus niet een hoger onderdeel dat na de lichamelijke dood nog zou overleven in het hiernamaals. Volgens hem bestond er achter de natuur niet een God. De psychologie is daarbij gericht op de subjectieve ervaringen, kortom het innerlijk beleefde zielenleven. Het geestelijke is dus eigenlijk een illusie die voortkomt uit de subjectieve waarneming van de mens. Objectief gezien is de ziel het product van de complexe werking van de hersenen, die het onderwerp zijn van de fysiologie.[2][3]

Postume publicaties (o.a)

In 1908 verscheen Das Wesen der Religion: dreißig Vorlesungen, Uitg. Kröner, Leipzig.

Nagelaten geschriften

In 1956 werden door Werner Schuffenhauer in de bibliotheek van de Universiteit van München de nagelaten geschriften van Ludwig Feuerbach teruggevonden. Het betrof duizenden pagina´s manuscript van zowel gepubliceerd als ongepubliceerd werk, die vervolgens door meerdere onderzoekers werden geordend en bestudeerd, onder wie Hans-Martin Sell, Uwe Schott, Erich Thies en Carlo Ascheri.[4]

Biografie

  • Friedrich Jodl Ludwig Feuerbach, 1904.

Literatuur (selectie)

  • Walter Jaeschke & Francesco Tomasoni Ludwig Feuerbach und die Geschichte der Philosophie, 1998.
  • Karl Marx Die deutsche Ideologie. Ned. vert. SUN, Nijmegen, Berlijn, 1972.
  • Dr. Adolph Kohut Ludwig Feuerbach - Sein Leben und sein Werke - nach den besten, zuverlässigsten und zum Teil neuen Quellen geschildert von Adolph Kohut; mit ungedruckten Briefen von Ludwig Feuerbach und Anselm Ritter von Feuerbach, uitg, Fritz Eckardt Verlag, Leipzig, 1909.
  • Kurt Leese Die Religionskrise des Abendlandes und die religiöse Lahe der Gegenwart, Hoffmann und Campe Verlag, Hamburg, 1948.
  • Josef WinigerFeuerbachs Weg zum Humanismus - zur Genesis des anthropologischen Materialismus, uitg. Fink, München, 1979.
Zie de categorie Ludwig Andreas Feuerbach van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.