In de wereld van vandaag is Kees Smout een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een groot aantal mensen in verschillende delen van de samenleving. Of het nu vanwege de impact ervan op de cultuur, het milieu, de politiek of de economie is, Kees Smout is erin geslaagd de aandacht te trekken van academici, professionals en het grote publiek. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Kees Smout, het belang ervan en de invloed ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven. Vanaf de oorsprong tot de mogelijke toekomstige gevolgen zullen we diepgaand kijken naar de relevantie van Kees Smout in de wereld van vandaag.
Kees Smout | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Timpaan Effectenbeurs
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Cornelis Aloysius Smout | |||
Geboren | Bergen op Zoom, 30 april 1876 | |||
Overleden | Breda, 24 augustus 1961 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Beroep(en) | beeldhouwer | |||
RKD-profiel | ||||
|
Cornelis Aloysius (Kees) Smout (Bergen op Zoom, 30 april 1876 - Breda, 24 augustus 1961) was een Nederlands beeldhouwer.[1]
Smout studeerde aan de Rijksnormaalschool (1895-1899), onder leiding van Willem Molkenboer en Jan Derk Huibers, en vervolgens aan de Rijksacademie in Amsterdam als leerling van onder anderen Bart van Hove en Ferdinand Leenhoff.[2] Hij behaalde de MO-akte boetseren bij Ludwig Jünger. In 1901 won Smout de tweede prijs bij de Prix de Rome in de categorie beeldhouwkunst, drie jaar later kreeg hij de eerste prijs. Hij werd daardoor in staat gesteld een studiereis naar Frankrijk en Italië te maken. Terug in Nederland maakte hij onder meer bouwbeeldhouwwerk en christelijk-religieuze beelden. In 1930 won hij een gouden medaille op de Arti-tentoonstelling.
Smout gaf les in tekenen (1901-1904) en decoratieschilderen (1909-1914) aan de Teekenschool voor Kunstambachten in Amsterdam, boetseerlessen aan de Burgeravondschool in Utrecht (1904-1905) en les in boetseren van de menselijke figuur aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (1914-1917) in Den Haag.[3] Tot zijn leerlingen behoorden Piet Spijker, Jan Kriege en A.Th. Boon.[1]
Hij was lid van Arti et Amicitiae en de Kunstenaarsvereniging Sint Lucas.