In het artikel van vandaag zullen we Jacques Dumas onderzoeken, een onderwerp dat de afgelopen jaren de aandacht van veel mensen heeft getrokken. Met de nadruk op Jacques Dumas zullen we de impact ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven analyseren, van gezondheid tot technologie. Terwijl we ons verdiepen in dit onderwerp, zullen we de geschiedenis ervan, de huidige toepassingen en het potentieel voor de toekomst bespreken. Met interviews met Jacques Dumas-experts en analyse van relevante gegevens probeert dit artikel licht te werpen op een bepaald aspect van Jacques Dumas dat vaak over het hoofd wordt gezien. Daarnaast zullen we onderzoeken hoe Jacques Dumas in de loop van de tijd is geëvolueerd en hoe het de wereld waarin we leven blijft veranderen. Maak je klaar voor een spannende reis naar de wereld van Jacques Dumas.
Marijac | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Jacques Dumas | |||
Geboren | 7 november 1908 | |||
Geboorteplaats | 12e arrondissement van Parijs | |||
Overleden | 21 juli 1994 | |||
Overlijdensplaats | Lyons-la-Forêt | |||
Geboorteland | ![]() | |||
Nationaliteit(en) | Frans | |||
Beroep | Stripauteur, uitgever | |||
|
Jacques Dumas (7 november 1908 - 21 juli 1994) was een Franse uitgever en stripauteur die tekende onder het pseudoniem Marijac.
Jacques Dumas werkte eerst in een fabriek voor hij in 1934 zijn debuut maakte als stripauteur. Tot 1944 werkte hij voor het tijdschrift Coeurs-Vaillants met strip als Césarin Pitchounet (1934), Jim Boum, Capitaine Pat Folle en Jules Barigoule (1936). Hij werkte in die periode ook voor andere bladen (Pierrot, met strips als Rouletabosse reporter (1934) en Costo chien policier (1935), Bon Point met de strip Jim Clopin-Clopan (1937) en Francis met Jim roi des cowboys). Er werden voor de Tweede Wereldoorlog ook al albums uitgegeven bij uitgeverij Gordinne. Tijdens de oorlog blijft Marijac actief met strips als Barigoule detective, Patos en Les Robinsons de l'abîme.
Marijac was actief in het verzet in Auvergne en gaf er achtereenvolgens het blad Le corbeau déchaîné en Coq hardi (1944) uit. Dat laatste blad bleef bestaan na de oorlog en kende succes bij de jeugd, en Marijac legde zich toe op het uitgeven. Ook schreef hij nu scenario's voor andere tekenaars zoals Étienne Le Rallic (Poncho Libertas), Raymond Cazanave (Capitaine Fantôme), Raymond Poïvet (Colonel X), Kline (Roland prince des bois) en Dut (Sitting bull). In 1953 stichtte Marijac een ander tijdschrift Mireille. Hiervoor werkte hij samen met tekenaars als Le Guen, Jean-Claude Forest en Duc. Volgden nog het tijdschrift Nano et Nanette waar hij samenwerkte met tekenaars als Noël Gloessener en Jean Trubert, en het tijdschrift Frimousse. Andere uitgaven waren Baby journal, Princesse, Frimoussette, Far West, Pierrot, Paris-Centre Auvergne, Ouest Magazine en ten slotte Allez France (1968-1969).
Marijac was een van de bepalende figuren in de geschiedenis van de Franse strip. Zijn werk werd bekroond met de Grote Prijs van het Internationaal Stripfestival van Angoulême in 1979.
Henri Filippini, Dictionnaire de la bande dessinée, Bordas, Parijs, 1989