Tegenwoordig is Hugo Verriest een onderwerp dat grote belangstelling en debat in de samenleving genereert. Sinds zijn opkomst heeft het de aandacht getrokken van experts en het grote publiek, die het vanuit verschillende perspectieven proberen te begrijpen en analyseren. De impact ervan omvat verschillende aspecten, van de economie tot de cultuur, en de invloed ervan strekt zich wereldwijd uit. Met het verstrijken van de tijd is Hugo Verriest een zeer relevant fenomeen geworden, dat aanleiding gaf tot tegenstrijdige meningen en diepgaande reflecties. In dit artikel zullen we dit relevante onderwerp in detail onderzoeken, waarbij we de implicaties en consequenties op verschillende gebieden onderzoeken.
Buste Hugo Verriest aan de Hugo Verrieststraat (Post) in Roeselare
Hugo Verriest is de geestelijke vader van de Blauwvoeterij. Hij deed in West-Vlaanderen de slogan: Dat volk moet herleven! ingang vinden. Door zijn uitstraling had hij een grote invloed op zijn leerlingen die hij in de geest van priester-dichter Guido Gezelle onderwees.
Verriest had een meer uitgesproken politiek temperament en talent in de lijn van Gezelle die zich in zijn journalistieke bijdragen tot een hevig polemist had ontwikkeld. Hij propageerde de vernederlandsing van het middelbaar en van het hoger onderwijs in geheel Vlaanderen.
Van 1877 tot 1881 was hij redacteur bij De Vlaamsche Vlagge. Hij was samen met Emiel Lauwers en Alfons Depla stichter van De Nieuwe Tijd, een weekschrift voor verstandig en geleerd volk, dat "in vrije woord zou handelen over godsdienst, maatschappelijke kwestiën en gebeurtenissen, taal en volk, kunst en wetenschap"; het verscheen te Roeselare van november 1896 tot oktober 1901.[2] Ook werkte Verriest mee aan 't Manneke uit de Mane.[3] Kenmerkend voor zijn brede visie is dat hij ook meewerkte aan de tweede reeks van Van Nu en Straks.
Verriest was een innemend spreker en had als priester en literator een grote rol in de ontwikkeling van de Vlaamse Beweging. Hij was een strijdvaardige en emotionele persoonlijkheid en dat zorgde regelmatig voor botsingen. Zijn strijd voor de 'Vlaamse zaak' werd hem niet in dank afgenomen door zijn katholieke oversten, die hem hiervoor straften.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog koos Verriest geen partij voor de Vlaamse activisten of de Duitse bezetters. "Hij volgde zowel in 1914-1918 als na de Wapenstilstand de katholiek-flamingantische lijn van Frans van Cauwelaert en sloot zich niet aan bij de in 1919 opgerichte Vlaams-nationalistische Frontpartij."[4]
De priester-dichter was een unieke verbindingsfiguur, geliefd bij zowel de katholieken als bij overtuigde socialisten, liberalen en vrijzinnigen. Hij slaagde er ook in bruggen te bouwen tussen Vlaanderen en Nederland en tussen zijn eigen bemiddelde afkomst en het gewone volk.
Auteur
Beeld van Hugo Verriest aan de Hugo Verrieststraat in Roeselare
Hugo Verriest schreef biografieën van onder meer Guido Gezelle, Stijn Streuvels en Albrecht Rodenbach (Twintig Vlaamsche Koppen), verhalen en schetsen (Regenboog uit andere kleuren en Op wandel), alsook talloze artikels en verhandelingen over kunst en cultuur in verscheidene tijdschriften. Ook schreef hij romantisch-impressionistische gedichten, die overigens nooit gebundeld werden.
Overlijden
Pastoor Verriest stierf in 1922 in Ingooigem. Dorpsgenoot Stijn Streuvels was een goede vriend van hem. Zij liggen naast elkaar begraven aan de Sint-Antoniuskerk in voornoemde gemeente.
Eerbetoon
Tekst op de voet van het beeld van Hugo Verriest in Roeselare
Buste Hugo Verriest aan de Sint-Columbakerk te Deerlijk
Vijf jaar na het overlijden van Hugo Verriest werd een herinneringsplaat[5] ingehuldigd aan zijn geboortehuis in de Hoogstraat in Deerlijk.
Te zijner ere werden bustes opgericht in Deerlijk[6] en Roeselare[7]
In Deerlijk werd met de 'Verrieststraat' hulde gebracht aan het geslacht Verriest. Overigens heette het plein ten noorden van de Sint-Columbakerk van Deerlijk een tijdlang het Hugo Verriestplein[8].
Een politieboot in Oostende kreeg de naam 'Hugo Verriest'.[9]
Hugo Verriest maakt samen met Pieter Jan Renier en René De Clercq[10] deel uit van de zgn. 'Deerlijks drie groten', dit zijn de drie beroemdste personen van deze gemeente.
Familie
Hugo Verriest werd geboren in een familie die verscheidene merkwaardige figuren heeft voortgebracht.
Zijn vader Petrus-Johannes Verriest (1796-1871) was koopman, parochiaal koster (in de Sint-Columbakerk) en armenmeester in Deerlijk. Hij werd geboren in de huidige Verrieststraat in de wijk De Trompe in Sint-Lodewijk (Deerlijk) en was gehuwd met Carolina Vanackere (1801-1886).
Adolf Verriest (1830-1891), dichter en schepen van Kortrijk, was de eerste advocaat die in Kortrijk in het Nederlands pleitte.
E.Z. Oda Verriest (1832-1918) was kloosteroverste bij de Dochters van Liefde.
Louise Verriest (1835-1907) bleef ongehuwd en woonde in bij haar broer Hugo.
Julie Verriest (1838-1908) was gehuwd met bierbrouwer Henri Sobry uit Zwevegem.
Hugo Verriest zelf (1840-1922).
Gustaaf Verriest (1843-1918) werd in Leuven hoogleraar in de geneeskunde en publiceerde essays over taal- en opvoedkunde, naast een studie over Guido Gezelle.
Drie geestelijke voordrachten (omvattend: Licht, Vroomheid, Sterkte), 1905.
Literatuur
A. DE RIDDER, Pastoor Hugo Verriest, een biografische studie, 1908
F. DE PILLECYN, Hugo Verriest, essay, 1926
A. DEMEDTS, Hugo Verriest, de levenswekker, 1945
F. BAUR, Hugo Verriest, 1951
S. STREUVELS, Hugo Verriest, 1964
A. DEMEDTS, Hugo Verriest, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, Deel I, Brussel, 1964
G. DEPAMELAERE, Hugo Verriest, man van zijn tijd, Davidsfonds, Deerlijk, 1972
J.-M. BAILLEUL, Hugo Verriest in Ieper - Een blauwvoet in de branding, Jef Lesage-Kring, Ieper, 1978
S. MAES, Hugo Verriest, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998
L. SCHELFHOUT, Bibliografie in beeld: Pieter Jan Renier - Adolf, Gustaaf en Hugo Verriest - René De Clercq, eigen beheer, Deerlijk, 2009
R. VANLANDSCHOOT, Verdraagzaamheid en pragmatische samenwerking in de Vlaamse beweging. Hugo Verriest en August Vermeylen, 1895-1914, in: Wetenschappelijke tijdingen, 2013
R. VANLANDSCHOOT, Hugo Verriest - Biografie, Lannoo Uitgeverij, Tielt, 2014
T. COBBAERT, Op zoek naar sporen van Verriest in onze collectie, in: ADVN-mededelingen, 2022
De familie Verriest in 1861
Geboorteplaats van de vader van Hugo Verriest te Sint-Lodewijk
Geboortehuis van Hugo Verriest in het centrum van Deerlijk
Herinneringsplaat aan het geboortehuis van Hugo Verriest
↑De herinnering aan 'meester' Renier vervulde Verriest levenslang met dankbaarheid, vooral om het doen ontluiken van zijn "Vlaams bewustzijn". In 1921 bracht Verriest in een lezing aan de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde een aangrijpende hulde aan onze vroegere dorpsonderwijzers, met Pieter Jan Renier in het bijzonder: U groete ik eerst, ontroerd in mijn diepste gemoed, o schoolmeesters van den ouden tijd, die in armoede ons vlaamsche volk hebt wakker en vlaamsch gehouden, licht en vreugde en deugd in het oud vlaamsch wezen hebt gevoed, die het oudste lampke vier tegen alle vreemde macht hebt geschut. (…) Ik groete U, vader Renier, die den eersten glans van mijn schoone moedertaal hebt in mijn hoofd gelegd, het eerste genot van haar rythmen in de roering van mijn zoete lippen hebt doen wagen en weigen. (Bron: Verslagen en Mededeelingen van de K. Vl. Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent 1921, p. 178)
↑Blondeau, Roger-A. (1991): Wetenschap in de taal der Vlamingen, Gent: Reinaert-Het Volk, p. 287
↑De Vlaamsche Vlagge (Vlaams-radicaal jongerentijdschrift), De Nieuwe Tijd (christelijk-democratisch weekblad voor intellectuelen), 't Manneke uit de Mane (volksalmanak) en enkele satirische studentenbladen kwamen tot stand onder de bezieling van De Swighende Eede, een geheim genootschap van West-Vlaamse flaminganten, met Hugo Verriest als centrale en gedreven figuur. De Swighende Eede ontstond als reactie op de onderdrukking van de Blauwvoeterij en spiegelde zich ietwat aan de regels van de vrijmetselarij. Zo had het genootschap een eigen lied en de leden noemden zich Ridders. Alles baadde in een sfeer van romantische geheimzinnigheid. In 1889 bestond De Swighende Eede uit Hugo Verriest, Aloïs Bruwier, Alfons Depla, Alfons Van Hee, Emiel Lauwers, Renaat Adriaens, Hendrik Persyn en Karel Blancke.
↑De inhuldiging van de ingemetselde gedenkplaat op 14 augustus 1927 maakte deel uit van een ruimer feestprogramma. In de Nederlandse krant Het Vaderland verscheen op 10 juni 1927 het volgende artikel: VERRIEST-FEESTEN. Men schrijft ons uit Deerlijk: De feestschikkingen voor de onthullingsplechtigheid van den gedenksteen in het geboortehuis van Pastor Verriest, werden als volgt vastgesteld: plechtige hoogmis gezongen in tweerijmig koor door den Ceciliakring uit Tieghem, onder leiding van mr. Moortgat, en gelegenheidspreek door E.H. K. van der Esse: uit Diksmuide. Na de mis De Profundis voor de overleden familie Verriest. Te 11 uur bezoek aan de versierde grafplaatsen der familie Verriest en daarop ontvangst der familie Verriest in het geboortehuis door ’t Verriest-komiteit. Te 12 uur in de ruime feestzaal der Jongelingen-patronage keurig eeremaal bij inschrijving. ’s Namiddags volksoptocht der muziekkorpsen en deelnemende maatschappijen, onthullingsplechtigheid, feestrede door den heer Miels J., conservator aan het Koninklijk Museum te Antwerpen, cantate, en tot slot muziekfeest en turnspel. Het opruimen van een deel van den afsluitingsmuur van het oud kerkhof, die een open aanblik op Verriest’s geboortehuis belemmerde is afgedaan en dientengevolge is er vlak vóór het huis en aan den westelijken voorgevelhoek der kerk een ruime plaats vrijgekomen, die voortaan Verriestplein zal geheeten worden. Tijdens de feestelijkheden zal de kiosk daar geplaatst worden voor de onthullingsplechtigheid en ook voor het muziekfeest. Het Verriest-komiteit neemt in overleg om zoo mogelijk na de Verriestfeesten, zoo er zich geen financieele moeilijkheden voordoen, een Verriest-album uit te geven, behelzende o.m. de eerelijst der inteekenaars voor den gedenksteen, het Hugo Verriestlied door dichter Delfien van Mante en een paar cliché’s van het portret van pastoor Verriest en diens geboortehuis met den geplaatsten gedenksteen. Naderhand zou dit Verriestalbum aan alle inteekenaars toegezonden worden als feestaandenken.
↑Rond 1940 werd voorzien in het plaatsen van een buste van Hugo Verriest, schuin tegenover zijn geboortehuis. Het plan liep door de oorlog vertraging op en uiteindelijk werd de buste - een werk van Karel Laloo uit Brugge - pas in 1951 onthuld. Volgend artikel komt uit het weekblad De Poperingenaar van 20 oktober 1940: DEERLIJK - Verriest-Herdenking.Het vroeger ontworpen plan dit jaar de 100e geboortedagverjaardag van Hugo Verriest grootscheepsch en plechtig te herdenken bij de oprichting van een standbeeld waarvoor de noodige grondstrook op het Verriestplein door de Gemeenteraad reeds vroeger op voorstel van raadslid Defraeye L. was toegestaan, is ten overstaan van de huidige ongunstige omstandigheden moeten verdaagd worden. Desniettemin zal dit feit niet onopgemerkt voorbijgaan en bij het bestuur der plaatselijke Davidsfondsafdeeling is de gedachte opgevat geworden die herdenking pieteitsvol te laten doorgaan en dit wel op Zondag 24 November a.s. Pastoor Verriest werd hier inderdaad geboren den 25 November 1840. Tijdens een eerste bespreking werd volgend intiem feestprogramma ontworpen. Te 10 u. onder de plechtige Hoogmis met “De Profundis” gelegenheidspreek door Z.E.P. Stracke, S.J. uit Antwerpen, uitreiking van aandenkens met de foto’s der ouders Verriest en zoon Hugo; tot opslot uitvoering op het orgel van de Verriestmarsch door den toondichter H. R. Vandekerckhove. Daarna intieme academische zitting ten gemeentehuize voor familie, overheid en genoodigden, toespraak door een letterkundige en teekenen van het gulden eereboek. Te dezer gelegenheid zou Verriest’s geboortehuis met bloemen opgeschikt worden. ’s Maandags 25 November zou in al de scholen, zoo gemeentelijke als aangenomene, een bijzondere les gewijd worden aan Dr Hugo Verriest’s aandenken. Op zijn eigen voorstel zou H. Defraeye, folklorist en geschiedschrijver, te dezer gelegenheid een documentatiebundel samenbrengen dewelke eene verzameling zou behelzen nopens alles wat met de priesterfiguur Verriest betrek heeft als foto’s, aandenkens, herinneringen, gedenkschriften en brieven, persartikels over hem, kortom alle zaken en kultureele kleinooden die aan den eenvoudigen Pastoor van te lande herinneren!
Reeds in 1913 had beeldhouwer Jules Lagae een buste bij leven gemaakt van zijn vriend Hugo Verriest. Het kunstwerk werd in dat jaar onthuld in Deerlijk. Een buste bij leven maken, daarmee was Lagae niet aan zijn proefstuk toe. Hij had het eerder al gedaan van Guido Gezelle, op vraag van Gustaaf Verriest, broer van Hugo. De buste van Gezelle zou in 1903 de basis vormen voor zijn Gezellemonument in Kortrijk. (Bron: Biografie van Juul (Jules) Lagae op https://encyclopedievlaamsebeweging.be/nl/lagae-juul, de digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging)
↑Volgens een inscriptie is de buste van Hugo Verriest in de gelijknamige straat te Roeselare van de hand van Jules Lagae uit 1913 en dus bij leven van Verriest gemaakt (zie ook voetnoot 5).
↑De omgeving van de Sint-Columbakerk was vanaf 1927 onderverdeeld in drie delen: het Hugo Verriestplein, het Pieter Jan Renierplein en de Plaats. Rond 1970 verdween deze ingewikkelde situatie. Het Hugo Verriestplein verloor toen zijn naam en werd opnieuw een deel van de Hoogstraat. De andere voornoemde pleinen (eigenlijk straten) ten westen, oosten en zuiden van de kerk daarentegen kregen een nieuwe naam: Kerkplein.