Tegenwoordig is Harrie de Swart een onderwerp van grote relevantie en interesse voor een breed spectrum van de bevolking. Van de impact ervan op de samenleving tot de invloed ervan op de wereldeconomie heeft Harrie de Swart op verschillende gebieden tot debatten en controverses geleid. Door de geschiedenis heen is Harrie de Swart het onderwerp geweest van studie en analyse door experts in verschillende disciplines, wat heeft bijgedragen aan de verspreiding van informatie en meningen over deze kwestie. In dit artikel zullen we ons verdiepen in de opwindende wereld van Harrie de Swart en de vele facetten ervan verkennen, met als doel een compleet en verrijkend inzicht te geven in dit intrigerende onderwerp.
Harrie de Swart | ||||
---|---|---|---|---|
Persoonlijke gegevens | ||||
Geboortedatum | 5 september 1944 | |||
Nationaliteit | ![]() | |||
Academische achtergrond | ||||
Alma mater | Radboud Universiteit | |||
Promotor | Johan de Iongh | |||
Wetenschappelijk werk | ||||
Vakgebied | Filosofie en logica | |||
Bekende werken | Intuitionistic logic in intuitionistic metamathematics 1976 | |||
|
Henricus Cornelius Maria (Harrie) de Swart (5 september 1944) is een Nederlands wiskundige en oud-hoogleraar in de filosofie van de wiskunde aan de Universiteit van Tilburg, aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Met Evert Willem Beth en Dirk van Dalen geldt hij in Nederland als een van de autoriteiten in het grondslagenonderzoek.[bron?]
De Swart studeerde wiskunde en natuurkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen van 1962 tot 1966. In 1976 promoveerde hij hier onder Johan de Iongh op een proefschrift over institutionele logica.[1]
Na z'n afstuderen was De Swart zijn academische loopbaan begonnen aan de Universiteit van Nijmegen op de afdeling Wiskunde faculteit en later op de afdeling filosofie. Na z'n promotie was hij een jaar onderzoeker aan de Princeton Universiteit op de afdeling Geschiedenis van de Wetenschapsfilosofie. Terug in Nederland werd hij hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, en gaf hij verder les aan de Universiteiten van Nijmegen en Rotterdam.[1]
Op z'n vakgebied grondslagen van de wiskunde, logica, taalanalyse en sociale keuze theorie begeleidde hij een 20-tal promovendi.[1][2]