In de wereld van vandaag blijft Eugeen De Ridder een onderwerp van grote belangstelling en discussie. Het belang van Eugeen De Ridder is door de geschiedenis heen erkend en de impact ervan wordt weerspiegeld op alle terreinen van het leven. Sinds Eugeen De Ridder is het een onderwerp dat van groot belang is voor de samenleving in het algemeen en aanleiding geeft tot discussies en reflecties op verschillende gebieden. Of het nu op persoonlijk, sociaal, politiek of economisch vlak is, Eugeen De Ridder blijft een relevante kwestie die ons uitnodigt om na te denken en de invloed ervan op ons dagelijks leven te analyseren. In dit artikel zullen we verschillende perspectieven en benaderingen met betrekking tot Eugeen De Ridder verkennen, met als doel de reikwijdte en impact ervan op de hedendaagse samenleving beter te begrijpen.
Eugeen De Ridder (Antwerpen, 24 juni 1893 - Boechout, 13 april 1962) was een Brabantse onderwijzer en volksdichter.
Eugeen De Ridder krijgt tijdens zijn studie aan de Gentse Rijksnormaalschool les van o.a. de Vlaamse componist Emiel Hullebroeck. Hij geeft later les aan de Antwerpse Schippersschool en schrijft kinderverhalen en sociale liederen.
Hij is in 1922 medeoprichter van de Vlaamse Toeristenbond (VTB), waarvoor hij enkele reisgidsen schrijft. Later sticht hij samen met Emiel Hullebroeck de NAVEA, de voorloper van het huidige SABAM.
Na zijn onderwijscarrière in 1946 trekt hij zich terug in Boechout. Hier schrijft hij teksten[1] voor zangers als Will Ferdy, Rocco Granata, Louis Neefs en Bob Benny en voor componisten als Armand Preud'homme, Jef Van Hoof, Renaat Veremans en Emiel Hullebroeck.
Een van zijn bekendste werken is Op de purp'ren hei[2], op muziek gezet door Armand Preud'homme.