De Bruijnpademelon

Dit artikel gaat in op het onderwerp De Bruijnpademelon, dat de afgelopen jaren enorm aan relevantie heeft gewonnen vanwege de impact ervan op verschillende gebieden van de samenleving. Door de geschiedenis heen is De Bruijnpademelon het onderwerp geweest van talrijke studies en debatten, waardoor de belangstelling van academici, experts en het grote publiek steeds groter werd. Dit artikel probeert de meest relevante aspecten van De Bruijnpademelon diepgaand te analyseren, waarbij de meerdere dimensies ervan en de invloed ervan in verschillende contexten worden onderzocht. Op dezelfde manier zal het meest recente onderzoek met betrekking tot De Bruijnpademelon worden onderzocht, om een ​​compleet en actueel beeld van het onderwerp te bieden. Door middel van een kritische en reflectieve benadering is het de bedoeling de lezer een verrijkend perspectief te bieden dat bijdraagt ​​tot een beter begrip van var1 en de implicaties ervan in de hedendaagse samenleving.

De Bruijnpademelon
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2015)
De Bruijnpademelon
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Diprotodontia (Klimbuideldieren)
Familie:Macropodidae (Kangoeroes)
Geslacht:Thylogale (Pademelons)
Soort
Thylogale brunii
(von Schreber, 1778)
Verspreidingsgebied van de De Bruijnpademelon
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
De Bruijnpademelon op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De De Bruijnpademelon of filander (Thylogale brunii) is een zoogdier uit de familie van de kangoeroes (Macropodidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Johann Christian von Schreber in 1778.[2][3]

Beschrijving

De De Bruijnpademelon werd in 1706 voor het eerst getekend en beschreven in een verslag van de Nederlandse kunstenaar Cornelis de Bruijn tijdens zijn reizen in Nederlands-Indië. Tijdens een bezoek aan de privé-dierentuin van de VOC-magistraat Cornelis Kastelein op westelijk Java, zag De Bruijn een exemplaar van deze pademelon en maakte er een tekening van.

Kenmerken

De De Bruijnpademelon heeft een korte, zandkleurige of bruine vacht. De buikvacht is wit; ook op de heupen loopt een lichte streep. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. De kop-romplengte bedraagt 458 tot 600 mm, de staartlengte 315 tot 570 mm, de achtervoetlengte 115 tot 143 mm en de oorlengte 60 tot 70 mm.

Verspreiding

Deze soort komt voor in de regenwouden en savannes van zuidelijk Nieuw-Guinea, de Aru-eilanden en de Kei-eilanden. In Nieuw-Guinea zijn er slechts twee populaties bekend: een waarschijnlijk uitgestorven populatie in de omgeving van Port Moresby en een meer succesvolle populatie ten zuiden van de rivier Fly in het zuidwesten van Papoea-Nieuw-Guinea. Deze soort wordt bedreigd door de jacht en het verlies van zijn leefgebied.

Zie de categorie Thylogale brunii van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.