In de wereld van vandaag heeft Chitine op verschillende gebieden aanzienlijk aan relevantie gewonnen. De invloed ervan heeft zich uitgebreid tot de samenleving, de politiek, de cultuur en de economie, en heeft een impact gegenereerd die niet kan worden genegeerd. Of het nu op persoonlijk niveau of op mondiaal niveau is, Chitine heeft bijzondere belangstelling gewekt en belangrijke debatten en onderzoek gemotiveerd. In dit artikel zullen we ons verdiepen in het fascinerende universum van Chitine, waarbij we de vele facetten en het belang ervan in de huidige context onderzoeken. Door middel van een gedetailleerde analyse proberen we beter te begrijpen hoe Chitine een voor en na heeft gemarkeerd in verschillende aspecten van het hedendaagse leven.
Chitine | ||||
---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
![]() | ||||
Structuurformule van twee aan elkaar gekoppelde chitine-eenheden
| ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule | (C8H13NO5)n | |||
Andere namen | poly-(N-acetyl-1,4-β-D-glucopyranosamine) | |||
CAS-nummer | 1398-61-4 | |||
EG-nummer | 215-744-3 | |||
Wikidata | Q161219 | |||
Beschrijving | Hard, natuurlijk voorkomend biopolymeer | |||
LD50 (ratten) | (intraveneus) 50 mg/kg | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Kleur | wit tot lichtbruin, afhankelijk van de bron | |||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Chitine is een polysacharide (ontdekt door Henri Braconnot in 1811), die voorkomt als bouwstof in de celwanden van schimmels en in het exoskelet van geleedpotigen, zoals insecten, kreeftachtigen en spinnen, waarbij het zorgt voor de stevigheid, ook van de pantsers. Chitine is, na cellulose, de meest voorkomende biopolymeer op aarde.
Chemisch gezien is chitine vergelijkbaar met cellulose. Bij chitine is de C-2 OH-groep in de glucosemonomeer vervangen door een aceetamidegroep. Chitine is de β-1,4-polymeer van N-acetylglucosamine. Net als cellulose is chitine erg sterk.
Er bestaan drie varianten van chitine:
Uit chitine kan chitosan worden gewonnen. Ook dient de chitine uit het exoskelet van garnalen, kreeften en krabben als grondstof voor de productie van glucosamine.