In de wereld van vandaag is Bindingslengte een onderwerp dat op verschillende gebieden grote relevantie heeft gekregen. Van het persoonlijke tot het professionele niveau heeft Bindingslengte wijdverbreide belangstelling en debat in de samenleving gegenereerd. De impact ervan kan worden waargenomen in verschillende sectoren, van de politiek tot de technologie, via onderwijs en cultuur. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten met betrekking tot Bindingslengte in detail onderzoeken, waarbij we de invloed ervan op het dagelijks leven en de projectie ervan in de toekomst analyseren. Daarnaast zullen we ingaan op de mogelijke implicaties die Bindingslengte kan hebben op de samenleving, evenals op de kansen en uitdagingen die dit met zich meebrengt.
Chemische binding | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Dipool-dipoolinteractie | ||||
Moleculen (intramoleculair) | ||||
Moleculen (intermoleculair) | ||||
Zouten | ||||
Metalen | ||||
Covalente netwerken | ||||
Theorieën | ||||
Eigenschappen | ||||
|
De bindingslengte is de afstand van een binding gemeten tussen de kernen van de twee atomen die gebonden zijn. Zij werd traditioneel uitgedrukt in ångström, in nieuwere benaderingen gebeurt dit in picometer (1 Å = 100 pm).
Binding | Bindingslengte | |
---|---|---|
in Å | in pm | |
H−H | 0,74 | 74 |
C−H | 1,08 | 108 |
C−C | 1,54 | 154 |
C−C (aromatisch) | 1,40 | 140 |
C=C | 1,35 | 135 |
C≡C (drievoudige verbinding) | 1,21 | 121 |
C−F | 1,38 | 138 |
C−Cl | 1,76 | 176 |
C−Br | 1,94 | 194 |
C−I | 2,14 | 214 |
C−O | 1,43 | 143 |
C=O | 1,22 | 122 |
C−N | 1,47 | 147 |
C≡N | 1,16 | 116 |
As−H (arsine) | 1,519 | 151,9 |
P−H (fosfine) | 1,42 | 142 |
Sb−H (stibine) | 1,707 | 170,7 |
Bi−H (bismutine) | 1,7759 | 177,59 |
N−H | 1,01 | 101 |
O−H | 0,96 | 96 |
O−O (peroxide) | 1,49 | 149 |
F−F | 1,42 | 142 |
Cl−Cl | 1,99 | 199 |
Br−Br | 2,28 | 228 |
I−I | 2,6 | 260 |
Als we de halogeenreeks H−F, H−Cl, H−Br en H−I bekijken, of de reeks F−F, Cl−Cl, Br−Br en I−I, dan is te zien dat de bindingslengte toeneemt met de grootte van de bindende atomen waaruit de molecule bestaat.
Als we kijken naar de reeds C−C, C=C en C≡C, dan is merkbaar dat de bindingslengte afneemt met stijgend aantal bindingen tussen de koolstofatomen (bindingsorde).