Als het gaat om wiskunde, is één term die mensen vaak horen "afgeleide". Voor veel mensen kan het vinden van de afgeleide van een functie een beetje ontmoedigend zijn. Maar als je eenmaal begrijpt hoe het werkt, kan het een handige tool zijn bij het oplossen van wiskundige problemen en het analyseren van functies.
Wat is een afgeleide?
Om te beginnen moeten we begrijpen wat een afgeleide eigenlijk is. Een afgeleide is de helling van de raaklijn aan een grafiek op een bepaald punt. Met andere woorden, het is de snelheid waarmee de functie verandert op een bepaald moment.
Om de afgeleide van een functie te vinden, gebruiken we differentiaalrekening. Differentiaalrekening is het vinden van afgeleiden van functies. De basisstappen bij het vinden van de afgeleide van een functie omvatten het toepassen van regels voor differentiëren, zoals de productregel, quotientregel en kettingregel.
Productregel
De productregel is een uitbreiding van de productregel die we allemaal kennen. In de wiskunde wordt het gebruikt om de afgeleide van een product van twee functies te vinden. Hieronder vind je de formule voor de productregel:
(fg)' = f'g + f g'
Hierbij staat 'f' en 'g' voor de functies en 'f'' en 'g'' voor hun respectievelijke afgeleiden. Een praktisch voorbeeld zou zijn om de afgeleide van x ∗ sin(x) te vinden. In dit geval is f(x) = x en g(x) = sin(x). De afgeleiden zijn dus f'(x) = 1 en g'(x) = cos(x). In het toepassen van de productregel moet je de volgende stappen uitvoeren:
(x sin(x))' = x' sin(x) + x sin(x)'
= 1 sin(x) + x cos(x)
= sin(x) + x cos(x)
Quotientregel
De quotientregel is een andere regel die wij kunnen toepassen bij het differentiëren van twee functies die door een breuk met elkaar zijn verbonden. Hieronder staat de formule voor de quotientregel:
(f/g)' = [(f'(g) - f(g)g')/g^2]
Hierbij is 'f' de teller en 'g' de noemer van de breuk. 'f'' staat voor de afgeleide van de teller, en 'g'' staat voor de afgeleide van de noemer. Dit kan worden toegepast wanneer f(x) = cos(x) en g(x) = x. De afgeleiden zullen dan als volgt zijn: f'(x) = −sin(x) en g'(x) = 1. Door deze in de quotientregel te plaatsen, kunnen we de afgeleide van de functie cos(x)/x vinden:
(cos(x)/x)' = [(cos(x) * 1 - x * (−sin(x)))/ x^2]
= [(cos(x) + x sin(x))/x^2]
Kettingregel
De kettingregel is de laatste regel die wij behandelen bij het differentiëren van functies. Deze regel kan worden gebruikt wanneer de functie die wij willen differentiëren een samenstelling van functies is. Hieronder staat de formule voor de kettingregel:
(f(g(x)))' = f'(g(x)) * g'(x)
Hierbij is de functie 'g(x)' de binnenste functie en 'f(g(x))' de buitenste functie. De afgeleide van 'g(x)' is 'g'(x)' en de afgeleide van 'f(g(x))' is 'f'(g(x))'. Een praktisch voorbeeld zou zijn wanneer f(x) = x^2 en g(x) = sin(x). De afgeleiden zijn dan als volgt: f'(x) = 2x en g'(x) = cos(x). Door deze in de kettingregel te plaatsen, kunnen we de afgeleide van de functie x^2 sin(x) vinden:
(x^2 sin(x))' = f'(g(x)) * g'(x)
= [2sin(x)] * cos(x) + [x^2(−cos(x))] * sin(x)
= 2x sin(x) cos(x)−x^2 cos^2(x)
Conclusie
Het vinden van de afgeleide van een functie is in het begin misschien wat moeilijk, maar als je de regels voor het differentiëren begrijpt, kun je de afgeleide gemakkelijk vinden. Met de productregel, quotientregel en kettingregel kunnen we de afgeleide van de meeste functies vinden. Het is daarom belangrijk om een goed begrip van deze regels te hebben om de oplossing van wiskundige problemen te vergemakkelijken.