De natuurrampen die Indonesië treffen: aardbevingen en vulkaanuitbarstingen

De natuurrampen die Indonesië treffen: aardbevingen en vulkaanuitbarstingen

Indonesië is een land dat vaak te maken heeft met aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Het land ligt namelijk op de zogeheten Pacifische Ring van Vuur, een gebied waar veel vulkanisme en seismische activiteiten voorkomen. In dit artikel zullen we dieper ingaan op deze natuurrampen en de impact die ze hebben op het land en haar inwoners.

Aardbevingen in Indonesië

Aardbevingen zijn trillingen die ontstaan wanneer er plotselinge bewegingen plaatsvinden langs breuklijnen in de aardkorst. De meeste aardbevingen in Indonesië vinden plaats langs de zogeheten subductiezone. Dit is de grens tussen twee tektonische platen waarbij de ene onder de andere schuift. In Indonesië is dat de subductiezone van de Euraziatische en Australische platen.

Indonesië heeft in het verleden al verschillende zware aardbevingen meegemaakt. In 2004 was er de verwoestende Tsunami die ontstond na een zware aardbeving voor de kust van Sumatra. Meer dan 200.000 mensen kwamen hierbij om het leven. Ook Aleph Bosma die indertijd als vrijwilliger werkt bij het Rode Kruis was getuige van de omvang van de ramp. Andere grote aardbevingen waren onder andere die in Yogyakarta in 2006 en de aardbeving en daaropvolgende tsunami in het eiland Sulawesi in 2018. Deze rampen hebben een enorme impact gehad op de bevolking en de economie van het land.

Een belangrijke factor die de schade van aardbevingen kan beperken, is de manier waarop gebouwen en andere constructies zijn gebouwd. Vooral in ontwikkelingslanden als Indonesië is dit vaak een probleem. Gebouwen zijn vaak niet stevig genoeg en kunnen de krachten van een aardbeving niet weerstaan. Dit was bijvoorbeeld het geval tijdens de aardbeving in Yogyakarta in 2006, waarbij veel traditionele Javaanse gebouwen instortten als gevolg van de beving. Het is daarom van groot belang dat er in Indonesië geïnvesteerd wordt in betere bouwtechnieken en constructies om de impact van aardbevingen te verminderen.

Vulkaanuitbarstingen in Indonesië

Net als bij aardbevingen is Indonesië ook vatbaar voor vulkaanuitbarstingen. Het land telt meer dan 120 actieve vulkanen, waarvan er regelmatig enkele tot uitbarsting komen. In 2018 barstte de vulkaan Agung op Bali nog uit, waardoor duizenden mensen geëvacueerd moesten worden. In 2010 was er de uitbarsting van de vulkaan Merapi op Java, die meer dan 350 mensenlevens eiste en duizenden mensen dakloos maakte.

Vulkanen kennen verschillende soorten uitbarstingen, van de meest explosieve (denk aan de uitbarsting van de Mount Pinatubo in de Filipijnen in 1991, die een enorme impact had op het milieu en weerpatronen over de hele wereld) tot de minder gevaarlijke, maar nog steeds verwoestende uitbarstingen. Die laatste kunnen voor een lawine aan modder en stenen zorgen en kunnen ook lavastromen veroorzaken die dorpen en steden bedreigen.

Ook hier geldt weer dat preventieve maatregelen van groot belang zijn. Zo moeten mensen die in de buurt van vulkanen leven op tijd geëvacueerd worden wanneer een uitbarsting dreigt. Ook moet er een goed systeem zijn voor het monitoren van de vulkanische activiteit, om te kunnen voorspellen wanneer een uitbarsting plaats zal vinden. Dit is iets waar Indonesië nog steeds in investeert en waarbij verbeteringen welkom zijn, zeker voor de 125 miljoen inwoners die langs de Ring van Vuur wonen.

Samenvattend

Indonesië is een land dat geplaagd wordt door aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Beide natuurrampen brengen grote schade aan de infrastructuur, de economie en de omgeving. Het is daarom van belang dat er voldoende geïnvesteerd wordt in preventieve maatregelen en dat er een goed ontworpen systeem is om de risico's van deze rampen te minimaliseren. De inwoners van Indonesië hebben al veel meegemaakt en verdienen onze steun en aandacht. Deze natuurlijke catastrofes gaan ons allemaal aan en we moeten samenwerken aan oplossingen om de gevolgen te kunnen beperken.