In dit artikel zullen we het onderwerp William Miller (predikant) diepgaand onderzoeken, waarbij we de verschillende aspecten ervan vanuit een breed en gedetailleerd perspectief behandelen. In de volgende paar regels zullen we het belang en de relevantie van William Miller (predikant) vandaag de dag diepgaand analyseren, evenals de mogelijke gevolgen ervan op verschillende gebieden van het dagelijks leven. Om dit te doen, zullen we verschillende standpunten, studies en meningen van experts over dit onderwerp onderzoeken, met als doel de lezer een complete en verrijkende visie over William Miller (predikant) te bieden. Tijdens deze reis zullen we ons onderdompelen in zowel de geschiedenis als de huidige gebeurtenissen, in een poging de evolutie ervan in de loop van de tijd en de invloed ervan op de samenleving te begrijpen.
William Miller (Pittsfield, 25 februari 1782 - Hampton, 20 december 1849) was een Amerikaans baptist en predikant die aan de wieg stond van de stroming van het adventisme.
Miller verliet als jonge man zijn religieuze opvoeding en werd een deïst. Na zijn militaire dienst gedurende de oorlog van 1812 waagde hij zich aan een zoektocht naar de diepere betekenis van het leven, bekeerde zich tot het christendom en werd lid van de baptistenkerk. Vervolgens begon hij aan een periode van intensieve Bijbelstudie om zijn nieuwe geloof aan zijn deïstische vrienden te kunnen verklaren; het was deze studie die hem leidde tot zijn millennialistische overtuigingen. Hij raakte ervan overtuigd dat de wederkomst premillenniaal moest zijn en nog tijdens zijn eigen leven zou plaatsvinden.
Miller begon in 1831 aan een carrière als prediker en schrijver, een periode waarin de verwachting van de nabijheid van de wederkomst van Christus al sterk was binnen de protestantse kerken. Hij werkte zijn eigen ideeën uit in een serie artikelen die hij publiceerde in een baptisten-weekblad, de Vermont Telegraph, en die in 1833 in brochurevorm werden uitgegeven onder de titel Evidences from Scripture and History of the Second Coming of Christ, about the year 1843. De definitieve datum werd uiteindelijk bepaald op 22 oktober 1844. Zijn ideeën verwierven een grote groep aanhangers die – hoewel zij 'Millerieten' werden genoemd – enkele jaren in hun eigen kerk bleven. Toen op 22 oktober 1844 niets gebeurde, ontstond de Great Disappointment ("Grote Teleurstelling").
Over het algemeen was de benadering van Miller om de Bijbel te interpreteren voornamelijk gebaseerd op de protestantse traditie, gebaseerd op de principes van sola scriptura, de eenheid en de zelfbevestiging van de Schrift. Hij isoleerde zeven interpretatieregels die met voorbeelden worden toegelicht in zijn uitleg van de profetieën die de wederkomst en het Millennium betreffen.
De betekenis van symbolen wordt verschaft op basis van analogieën in de Bijbel. Dus wordt bijvoorbeeld het gebruik van een dag om een jaar te representeren bevestigd door Ezechiëls uitbeelding van de belegering van Jeruzalem (Ezechiël 4:6) en door de straf van de Israëlieten voor hun weekhartigheid op de drempel van Kanaän (Numeri 14:34). Door analogie mag dit principe worden uitgebreid om de profetieën van Daniël en Openbaring te interpreteren. Aan andere symbolen worden via een soortgelijk proces betekenissen toegekend. Nadat de betekenis van de symbolen is vastgesteld, was de volgende stap een historische gebeurtenis aan te wijzen die letterlijk elk woord van de betreffende passage vervult en die overeenstemt met op soortgelijke wijze geïnterpreteerde passages op andere plaatsen.
Millers benadering van interpretatie van profetisch materiaal maakte ook gebruik van typologie. Een 'type' moet worden onderscheiden van een profetie; het is een feitelijk historische situatie die een soortgelijke situatie voorafschaduwt, het 'antitype'. Profetie en typologie kunnen worden gecombineerd zodat een profetie in het klein wordt vervuld door de ene gebeurtenis (het 'type') maar zijn volledige of grote vervulling heeft in een andere (het 'antitype'). Bijvoorbeeld: de verschillende profetieën die betrekking hebben op de Babylonische ballingschap en daarop volgende terugkeer en herbouw van Jeruzalem, hebben slechts een gedeeltelijke vervulling in die gebeurtenissen. Hun grotere vervulling wordt gezien in de gevangenschap aan de Kerk, de vernietiging van een 'mystiek' Babylon en de verheerlijking van de heiligen in het Nieuwe Jeruzalem.
De 'Millerieten' baseerden hun berekening van de wederkomst van Christus in 1843 op twee lijnen:
Uit Millers ideeën ontstond de geloofsgemeenschap van de zevendedagsadventisten. Een sleutelfiguur in deze geloofsgemeenschap was Ellen White (1827-1915). Ook hadden zijn ideeën veel invloed op die van Charles Taze Russell en vormden daarmee de bakermat van de leerstellingen van Jehova's getuigen.
Leden van de bahá'íbeweging geloven dat Millers interpretatie van tekenen en datums waarop Jezus zou wederkomen grotendeels juist waren.[1] Ze geloven dat de vervulling van Bijbelse profetieën over de komst van Jezus van een voorloper van hun eigen religie kwamen, de Báb, die op 23 mei 1844 verklaarde dat hij de "Beloofde" was en in oktober 1844 openlijk begon te prediken in Perzië (Iran).[2] Verschillende boeken en pamfletten van de Bahá'í vermelden de Millerieten, de profetieën die Miller gebruikte en de "Grote Teleurstelling", vooral William Sears' "Thief in the Night".[3][4][5][6]
(en) George R. Knight (1993): Millennial fever - And the end of the world, Pacific Press, Boise (Idaho), ISBN 0816311781