Dit artikel gaat in op het onderwerp Voederwaarde, dat de aandacht heeft getrokken van individuen uit verschillende disciplines en interesses. Voederwaarde is in de loop van de tijd het voorwerp geweest van studie, debat en reflectie; de implicaties en relevantie ervan staan buiten kijf op het gebied van _var2. Via een alomvattende aanpak zullen verschillende perspectieven, onderzoeken en meningen met betrekking tot Voederwaarde worden onderzocht, om een compleet en actueel beeld van dit onderwerp te bieden. Van de impact ervan op de samenleving tot de implicaties op individueel niveau: dit artikel heeft tot doel een gedetailleerde en kritische visie op Voederwaarde te bieden, met als doel de kennis en het begrip van degenen die het lezen te verrijken.
Voederwaarde is de waarde dat een bepaald veevoeder heeft voor een bepaald dier. Zo kan de waarde verschillen tussen melkvee (VEM=VoederEenhedenMelk) en vleesvee (VEVI=voedereenheid vleesvee intensief)
Veldbonen hebben bijvoorbeeld per kilo drogestof een voederwaarde van 1.050 - 1.200 VEM (VoederEenhedenMelk), 90 - 110 DVE (Darm Verteerbaar Eiwit) , 139 OEB (Onbestendige Eiwit Balans), 270 - 320 RE (Ruweiwit) en 350 - 400 gram zetmeel.[1]