Vlinderakkoord

Uiterlijk naar zijbalk verplaatsen verbergen

Onder vlinderakkoord verstaat men het politieke akkoord rond de zesde staatshervorming in België in het najaar van 2011. Dit akkoord werd moeizaam bereikt na 459 dagen onderhandelingen voor een nieuwe regering. Het akkoord werd gesloten tussen de politieke partijen cdH, CD&V, Ecolo, Groen, MR, Open Vld, PS en sp.a.

Het begrip verwijst naar de voorzitter van de vergaderingen Elio Di Rupo, die steevast verschijnt met een vlinderdas.

De bereikte akkoorden werden door het federaal parlement goedgekeurd op 19 december 2013.

De uitvoering van verschillende onderdelen van het akkoord vereist een tweederdemeerderheid en een gewone meerderheid in elke taalgroep. De Vlaamse partijen die het akkoord hebben goedgekeurd, vertegenwoordigen in de Kamer een gewone meerderheid in hun taalgroep (48 op 88 zetels) maar komen er 11 zetels tekort voor een tweederdemeerderheid in de eigen taalgroep. Bij de Franstalige partijen die het akkoord hebben onderhandeld, zou de steun 58 op 62 zetels bedragen. Alle partijen samen bereiken de vereiste tweederdemeerderheid (106 op 150).

Inhoud

Enkele belangrijke punten samengevat uit het akkoord:

Politieke vernieuwing

De Senaat wordt niet meer rechtstreeks verkozen, maar wordt een "ontmoetingsplaats" van de deelstaten, en zal bestaan uit 29 Nederlandstaligen, 20 Franstaligen waarbij een vertegenwoordiging van 1 Duitstalige wordt gewaarborgd. Daarbij worden nog eens 6 Nederlandstaligen en 4 Franstaligen gecoöpteerd.

De Kamer zal om de 5 jaar vernieuwd worden in plaats van om de 4 jaar. De volgende federale verkiezingen vielen in 2014, het jaar waarin ook de regionale en Europese verkiezingen werden gehouden. Hierdoor vielen de drie verkiezingen samen. In het akkoord staat dat de federale verkiezingen op dezelfde dag vallen als de Europese verkiezingen, maar dat de duur van de regionale legislatuur en de dag van regionale verkiezingen bij bijzondere wet kunnen aangepast worden. In geval van vervroegde ontbinding van de Kamer zal de nieuwe federale legislatuur maar duren tot de dag van de Europese verkiezingen die op deze ontbinding volgt.

Na het Waals Gewest en de Vlaamse en Franse Gemeenschap kregen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap nu ook constitutieve autonomie.

BHV en Brussel

De kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is gesplitst. De zes randgemeenten zijn in een kieskanton samengebracht met Sint-Genesius-Rode als hoofdplaats, waar kiezers de mogelijkheid hebben gekregen om voor een Vlaams-Brabantse lijst ofwel voor een Brusselse lijst te stemmen.

Het gerechtelijk arrondissement Brussel wordt hervormd. Het parket wordt gesplitst in een parket voor Brussel en een voor Halle-Vilvoorde.

Er werd een hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel opgericht.

Er werd voorzien in een nieuwe geschillenregeling, toepasselijk op alle administratieve geschillen die gelokaliseerd of lokaliseerbaar zijn in de 6 faciliteitengemeenten. De wet van 19 juli 2012, ter uitvoering van een deel van het Vlinderakkoord, bepaalt dat deze geschillen voortaan door de Algemene Vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kunnen worden behandeld.

Overheveling van bevoegdheden van de federale overheid naar de deelstaten

In totaal worden bevoegdheden ter waarde van zo'n € 16,9 miljard overgeheveld.

Arbeidsmarkt en tewerkstelling (gewestmateries) Gezondheidszorgen (gemeenschapsmateries) Gezinsbeleid (gemeenschapsmateries) Justitie (gemeenschapsmateries) Verkeer en mobiliteit (gewestmateries) Lokaal bestuur (gewestmateries) Wonen, ruimtelijke ordening en huisvesting (gewestmateries) Economie en industrie (gewestmateries) Energie en leefmilieu (gewestmateries) Varia

Hervorming financieringswet

De originele financieringswet bestaat al sinds 1989 en wordt, na veel aanpassingen in de marge over de jaren heen, door het vlinderakkoord ten gronde hervormd.

Gemeenschappen

Het centrale idee is dat gemeenschappen gefinancierd worden op basis van noden.

De bestaande dotaties worden samengevoegd en gekoppeld aan 82,5% van de economische groei. De dotatie kijk- en luistergeld wordt opgenomen in de huidige btw en deze dotatie wordt gekoppeld aan inflatie, nataliteit en 91% van de groei. Vervolgens wordt deze dotatie verdeeld op basis van een leerlingensleutel. Ook de turbo op de lambermontdotatie wordt stopgezet.

De gemeenschappen krijgen ook een aantal nieuwe dotaties om hun nieuwe bevoegdheden op vlak van arbeid & tewerkstelling, gezondheidszorg etc. te financieren:

Een aantal responsabiliserende maatregelen zijn ook toegevoegd. Zo is het mogelijk om in de gezondheidszorg zelf een mechanisme te bepalen en dragen de gemeenschappen ook bij aan de kosten van de pensioenen van hun statutaire ambtenaren.

Ten slotte is er ook een neutraliserende term die de volgende 10 jaar een nominaal bedrag voorziet voor de gemeenschappen die verliezen aan de nieuwe BFW. De 10 jaar daarop dooft dit bedrag uit.

Gewesten

Hier is het centrale idee dat er beloond wordt voor prestaties.

De bestaande dotaties worden volledig afgeschaft. Ter vervanging komen nieuwe dotaties. De gewesten krijgen 90% van de enveloppe arbeidsmarktmiddelen en 60% van de rest van de fiscale uitgaven. Deze twee enveloppen worden verdeeld volgens fiscale capaciteit en gekoppeld aan de economische groei.

Daarbovenop kunnen de gewesten invloed hebben op de belastingen. Bij de personenbelasting kunnen zij ongelimiteerd met op- of afcentiemen werken. De enige beperking hierop is dat ze de progressiviteit van de personenbelasting niet te fel mogen aantasten (maximum € 1000 of 10% verschil met vorige schijf). Maar ook deze beperking is uitgebreid in vergelijking met de vorige BFW. Verder hebben gewesten de mogelijkheid belastingen te beïnvloeden door kortingen te geven op de vennootschapsbelasting met een marge van 5% op hun eigen inkomen.

De negatieve term wordt afgeschaft met uitzondering van een technisch correctiemiddel om de verdeling volgens personenbelasting te behouden.

Op vlak van responsabilisering zijn een aantal specifieke maatregelen. Zo krijgen gewesten een bonus (of malus) indien ze bepaalde doelstellingen voor tewerkstelling wel (of niet) halen en is er een bijkomende bonus voor gewesten die hun werkgelegenheid boven het richtscenario tillen. Ook op vlak van klimaat zijn bonussen (of malussen) voor de gewesten bij het halen (of niet halen) van doelstellingen vastgelegd door een nationale klimaatcommissie. Tot slot is er een bijdrage van de gewesten aan de pensioenen van de statutaire ambtenaren.

Het Brussels gewest wordt geherfinancierd. Het gaat 461 miljoen euro krijgen tegen 2015. Daarvan wordt 149 miljoen door de andere gewesten. De verdeling van deze 149 miljoen is afhankelijk van het aantal pendelaars. 312 miljoen wordt voorzien door de federale regering en is gekoppeld aan de aanwezigheid van federale ambtenaren. Van deze 461 miljoen is 143 miljoen toegewezen:

Het solidariteitsmechanisme wordt aangepast. De federale overheid geeft geld aan minder presterende gewesten op basis van volgende formule:

SOLgewest=0,8x(POPgewest- PBgewest )xB

Waarbij POPgewest, PBgewest en B respectievelijk staan voor het bevolkingsaandeel, het aandeel van de personenbelasting dat van dat gewest afkomstig is en de basisbedrag (€ 20,14 miljard).

Tot slot is er een neutraliserend mechanisme om de veranderingen die de nieuwe BW maakt op te vangen. Gewesten en gemeenschappen die in eerste jaar van invoering meer/minder middelen zouden krijgen in de nieuwe BFW, krijgen/betalen jaarlijks een nominaal constant bedrag in de eerste 10 jaar na invoering (in reële termen vermindert dit bedrag met de tijd). De daaropvolgende 10 jaar dooft dit uit.

Uitvoering

Zie ook

Externe links