Viscometer

In dit artikel gaan we dieper in op Viscometer, een onderwerp dat de afgelopen tijd de aandacht van veel mensen heeft getrokken. Om een ​​alomvattend beeld van deze kwestie te geven, zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Viscometer, vanaf de oorsprong ervan tot de huidige implicaties ervan. Door middel van een reis waarin we de verschillende facetten ervan zullen analyseren, willen we een gedetailleerd overzicht bieden waarmee onze lezers op een brede en volledige manier de relevantie en impact kunnen begrijpen die Viscometer heeft in de moderne samenleving. Door gegevens, meningen van deskundigen en getuigenissen te presenteren, proberen we een verrijkende visie te bieden die uitnodigt tot reflectie en debat over Viscometer.

Ostwald-viscometer

Een viscometer is een instrument waarmee de relatieve viscositeit van een vloeistof bepaald kan worden.

Een bekend en eenvoudig voorbeeld van een viscometer is de Ostwald-viscometer (er bestaan verschillende capillaire viscometers waaronder de Ubbelohde, Canon-Fenske, Altantic en SIL), die bestaat uit een glazen capillair met daarboven een verbreding. De vloeistof wordt opgezogen in het compartiment en daarna wordt de tijd gemeten die verloopt tussen het moment dat de vloeistofspiegel het punt A doorloopt en het punt B (zie afbeelding).

Het voorraadvat aan de linkerzijde dient voor een goede meting niet verder gevuld te zijn dan ongeveer aangegeven met de horizontale streep.

Viscometers bestaan er voor verschillende doeleinden. Er zijn er die geschikt zijn voor heldere vloeistoffen; andere zijn juist bruikbaar voor troebele vloeistoffen. Als de viscositeit van een vloeistof erg groot is, kan die toch gemeten worden; dan wordt gebruikgemaakt van een vacuüm-viscometer. De viscositeit van sommige polymeren (zoals nylons ) wordt bepaald volgens de oplosviscositeit (ISO 307), waarbij het polymeer wordt opgelost in een oplosmiddel en de doorstroomtijd met de viscometer wordt bepaald.