In dit artikel over Tandjesgras gaan we dieper in op een onderwerp dat in de loop van de tijd de interesse van veel mensen heeft gewekt. Tandjesgras is een onderwerp dat onderwerp is geweest van debat, onderzoek en reflectie, en het is essentieel om de impact ervan op onze samenleving te begrijpen. Door de jaren heen heeft Tandjesgras verschillende meningen en standpunten naar voren gebracht, waardoor een rijke uitwisseling van ideeën en perspectieven ontstond. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten met betrekking tot Tandjesgras verkennen, van de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag de dag. We hopen dat deze lezing verrijkend is en ons in staat stelt onze kennis over Tandjesgras uit te breiden.
Tandjesgras | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||||
Danthonia decumbens (L.) DC. (1805) | |||||||||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||||||||
Bloeiwijze | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||||
Tandjesgras op ![]() | |||||||||||||||||||||
|
Tandjesgras (Danthonia decumbens, synoniem: Sieglingia decumbens (L.) Bernh.) is een vaste plant die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). De plant komt van nature voor in Europa en Noordwest-Afrika.
De plant vormt dichte, harde pollen en wordt 15-60 cm hoog. De gladde stengels kunnen liggen, opgaan of rechtop staan. De van boven grijs-donkergroene en van onderen glanzende bladeren en bladschede zijn gewimperd. Het tongetje bestaat uit een gewimperde haarrand. De jonge bladeren zijn gevouwen langs de middennerf.
Tandjesgras bloeit in juni en juli met een aarachtige of trosachtige bloeiwijze. De lichtgroene of iets violette aartjes bestaan uit drie tot vijf bloemen. De kelkkafjes zijn langer dan de bloemen. Het onderste kelkkafje is 7 mm en het bovenste 6 mm lang. Het onderste, 4,8 mm lange, langs de randen gewimperde kroonkafje heeft aan de top drie tanden, vandaar de naam tandjesgras en in het Duits Dreizahn (drietand). Het bovenste kroonkafje is 3,5 mm lang.
De vrucht is een graanvrucht met een mierenbroodje, waardoor de vrucht door mieren kan worden verspreid.
De plant komt voor op voedselarme grond langs heidepaden, in blauwgraslanden en duinvalleien.
Tandjesgras is een kensoort voor de klasse van heischrale graslanden (Nardetea).
Tevens is het een indicatorsoort voor het vochtig heischraal grasland (hmo) en voor het droog heischraal grasland (hn), twee karteringseenheden in de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.