In dit artikel zullen we de impact van Steppearend op verschillende aspecten van de samenleving onderzoeken. Vanaf zijn ontstaan tot nu heeft Steppearend een fundamentele rol gespeeld in de manier waarop we met elkaar omgaan, communiceren en de wereld om ons heen begrijpen. Door de geschiedenis heen is Steppearend het onderwerp geweest van debat en analyse, en de invloed ervan is gevoeld op uiteenlopende terreinen als politiek, technologie, kunst en populaire cultuur. Via een interdisciplinaire aanpak zullen we nader bekijken hoe Steppearend onze ervaringen en perspectieven heeft gevormd, en welke implicaties dit heeft voor de toekomst.
Steppearend IUCN-status: Bedreigd[1] (2021) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Aquila nipalensis Hodgson, 1833 | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
Verspreidingsgebied. Groen = broedgebied; blauw = overwinteringsgebieden. | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Steppearend op ![]() | |||||||||||||
|
De steppearend (Aquila nipalensis) is een grote roofvogel uit de familie van de havikachtigen (Accipitridae). Het is een trekvogel die 's winters in Afrika en Zuid-Azië verblijft.
De steppearend is groot, 62 tot 74 centimeter lang en met een spanwijdte van 165 tot 190 cm. De arend is geheel bruin met een lange afgeronde staart. Kenmerkend zijn de grijs gebandeerde slag- en staartpennen, de ovale neusgaten en de opvallende gele mondhoek die tot het oog reikt. Verder zijn de vleugels langer en breder dan bij de schreeuwarend en bastaardarend. De steppearend is kleiner dan de steenarend. Juveniele vogels kenmerken zich door een brede witte baan over de ondervleugels.[2]
Steppearenden leven voornamelijk van grondeekhoorns, maar ze eten ook jonge vogels, sprinkhanen en hagedissen. In tijden van voedselschaarste eten ze ook aas.
Ze bouwen een nest van ongeveer 1 meter doorsnee op de grond, in een struik of in een boom. Het nest wordt gemaakt van takken en bekleed met mest, stukjes huid e.d. Er worden meestal 2 eieren gelegd in april of juni, deze zijn wit met vlekken. Het vrouwtje broedt, ze wordt intussen gevoerd door het mannetje, na 40-45 dagen komen de eieren uit. De jongen blijven zo'n 60 dagen in het nest en worden door beide ouders gevoerd.
Er zijn twee ondersoorten:[3]
Steppearenden broeden op open steppen, halfwoestijnen en grote grasvlakten. Steppearenden die in de winter naar Afrika trekken worden in het Midden-Oosten op sommige plaatsen zoals in de Arava-vallei bij Eilat soms massaal waargenomen.
In Nederland is de steppearend een zeldzame dwaalgast met slechts zes goed geducumenteerde waarnemingen.[4]
De totale populatie is in 2016 geschat op 50 - 75 duizend volwassen vogels. De steppearend heeft een groot verspreidingsgebied, maar sinds 2015 wordt duidelijk dat overal de aantallen drastisch dalen door habitatverlies. Het leefgebied wordt omgezet in gebied voor intensief agrarisch gebruik. Verder eisen electriciteitsmasten en windmolens relatief veel slachtoffers. Om deze redenen staat deze soort als bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1] .