Spoorspatting

In het artikel van vandaag gaan we ons verdiepen in de spannende wereld van Spoorspatting. Of je nu op zoek bent naar informatie over deze persoon, dit onderwerp of deze datum, of gewoon je kennis wilt verdiepen, dit artikel heeft alles wat je nodig hebt. In de volgende paar regels zullen we de meest relevante aspecten van Spoorspatting in detail onderzoeken, van de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag de dag. Ongeacht uw kennisniveau over Spoorspatting, hier vindt u nuttige en gedetailleerde informatie die u zal helpen dit onderwerp beter te begrijpen. Laten we zonder verder oponthoud een duik nemen in het fascinerende universum van Spoorspatting!

Spoorspatting bij Landgraaf, juli 2006
Spoorspatting op de spoorbrug over de Delaware nadat de brug in brand was geraakt (1935)

Een spoorspatting is het horizontaal knikken of verbuigen van spoorrails.

Spoorspattingen kunnen ontstaan op hete zomerdagen. Bij erg warm weer kan de temperatuur van de spoorstaven oplopen tot meer dan 70°C. Normaliter zet materiaal uit bij temperatuurstijging. Wanneer de spoorstaven in de lengterichting niet (meer) kunnen uitzetten ontstaan er mechanische drukspanningen van honderden kilonewton (tientallen tonnen) per rail.[1] Als de drukspanning te hoog wordt, knikt de rail en zoekt het materiaal een uitweg op de zwakste doorsnede in het spoor en een zijwaartse uitstulping, een kronkel in het spoor, ontstaat. Door de dwarsliggers blijft het verband tussen de spoorstaven bestaan, zodat de twee spoorstaven op dezelfde plaats kromtrekken.

In de meeste gevallen zorgt de spoorconstructie ervoor dat de rails kunnen uitzetten, bij voegloos spoor door middel van compensatielassen, bij voegenspoor door middel van temperatuurlassen iedere 30 meter.

Gevolgen

Een spoorspatting vormt een gevaarlijke situatie. Een railvoertuig ontspoort op een spoorspatting al bij lage snelheden doordat het de kronkels in het spoor niet kan volgen. Op Europese schaal zijn spoorspattingen de op een na belangrijkste oorzaak van spoorwegongevallen.[2]

Zie ook

Verwijzingen

  1. Prof.dr.ir. C. Esveld, Deel D. Constructief ontwerp van spoorwegen (pdf). Geometrisch en constructief ontwerp van wegen en spoorwegen pagina 16 (september 2005). “Enige orde-grootten: ademlengte 70 m, schuifweerstand 10 kN/m per dwarsligger, maximale verplaatsing 15 mm en de normaalkracht in de spoorstaaf 800 kN!”
  2. De meest voorkomende oorzaak van spoorwegongevallen is gebroken rails. Zie Spoorwegbureau van de Europese Unie, RAILWAY SAFETY PERFORMANCE IN THE EUROPEAN UNION — 2016 (pdf) pagina 38 (september 2016).