In de wereld van vandaag is Shakuhachi een onderwerp geworden dat steeds belangrijker wordt voor een breed publiek. Met de vooruitgang van de technologie en de mondialisering is Shakuhachi steeds relevanter geworden in ons dagelijks leven. Of het nu een sociaal fenomeen, een historische figuur of een hedendaags concept is, Shakuhachi heeft de aandacht getrokken van veel mensen over de hele wereld. In dit artikel zullen we verschillende aspecten van Shakuhachi onderzoeken en de impact ervan op de hedendaagse samenleving analyseren. Bovendien zullen we de evolutie ervan in de loop van de tijd en de rol ervan in verschillende culturele contexten onderzoeken. Met deze verkenning hopen we licht te werpen op het belang en de relevantie van Shakuhachi vandaag de dag.
Shakuhachi | ||||
---|---|---|---|---|
Een shakuhachi, blaaskant boven.
* Links - bovenkant, vier gaatjes * Rechts - onderkant, één gaatje. | ||||
Classificatie | ||||
Gerelateerde instrumenten | ||||
dwarsfluit, blokfluit | ||||
Meer artikelen | ||||
koten honkyoku | ||||
|
De shakuhachi (尺八 ) is een Japanse fluit die recht wordt bespeeld zoals een blokfluit. De naam shakuhachi betekent letterlijk "voet acht" en geeft de lengte van de fluit in voet aan: ± 55 cm. Hij wordt traditioneel vervaardigd van bamboe, maar er bestaan nu ook versies van hout en plastic. De shakuhachi werd bespeeld door de monniken van de Fuke-sekte in het zenboeddhisme, tijdens het praktiseren van suizen (blaas-meditatie). De volle klank maakte de shakuhachi in de jaren 80 populair in de westerse popmuziek. In tegenstelling tot een blokfluit ontbreekt het 'blok' en de luchtstroom die het geluid moet veroorzaken wordt door de bespeler op het labium gericht, waardoor de bespeler meer controle heeft over de klankkleur van de fluit.
De naam shakuhachi betekent "voet acht" en slaat op de standaardlengte van de fluit: 1,8 voet.
Gebruikelijke shakuhachi variëren in lengte van ongeveer 1,3 shaku tot 3,3 shaku (hoe langer de shakuhachi, des te lager is de toon). Hoewel de lengte kan afwijken van de standaard, men blijft het instrument steevast "shakuhachi" noemen.
De bamboefluit kwam voor het eerst in Japan van China via Korea. De shakuhachi wijkt echter nogal af van zijn continentale voorlopers, als resultaat van eeuwenlange geïsoleerde evolutie in Japan.
Gedurende de middeleeuwen werd de shakuhachi nog het meest gebruikt door monniken van de Fuke Zen-sekte, bekend als de komusō ("priesters van het niets"), die het hanteerden als een spiritueel instrument. Hun muziek, koten honkyoku genaamd, wordt bepaald door de manier en snelheid van blazen van de bespeler. Voor hen was dit een vorm van meditatie (suizen).