In dit artikel zullen we het onderwerp Schelto van Heemstra (1807-1864), dat tegenwoordig van het grootste belang is, in detail onderzoeken. Door de geschiedenis heen is Schelto van Heemstra (1807-1864) een belangrijk aandachtspunt en debat geweest, dat verschillende gebieden van de samenleving, de politiek, de cultuur en de wetenschap heeft beïnvloed. We zullen ons verdiepen in de oorsprong ervan, de evolutie ervan in de tijd en de impact ervan op de wereld van vandaag. Door middel van een uitgebreide analyse zullen we de vele facetten en perspectieven rond Schelto van Heemstra (1807-1864) ontdekken, evenals de implicaties die dit heeft voor de toekomst. Dit artikel probeert een alomvattende en verrijkende visie op Schelto van Heemstra (1807-1864) te bieden, zodat de lezer het belang ervan kan begrijpen en op de hoogte kan zijn van de nieuwste ontwikkelingen en debatten met betrekking tot dit onderwerp.
Schelto van Heemstra | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Schelto baron van Heemstra | |||
Geboren | Groningen, 14 november 1807 | |||
Overleden | Maartensdijk (Utr.) | |||
Partij | liberaal (vóór 1849); 'pragmatisch' liberaal | |||
Religie | Nederlands Hervormd | |||
Titulatuur | mr. | |||
Functies | ||||
1830-1840 | Grietman van Doniawerstal | |||
1838-1844 | Lid Provinciale Staten van Friesland | |||
1840-1848 | Grietman van Oostdongeradeel | |||
1844-1849; 1849-1850; 1862-1864 |
Lid van de Tweede Kamer | |||
1848-1849 | Minister voor de Zaken van de Hervormde en andere erediensten, behalve die der Rooms-Katholieke | |||
1850-1858[1] | Commissaris des Konings in Utrecht | |||
1858-1860[2] | Commissaris des Konings in Zeeland | |||
1860-1862 | Minister van Binnenlandse Zaken | |||
feb 1861 | Kabinetsformateur | |||
|
Schelto baron van Heemstra (Groningen, 14 november 1807 – Maartensdijk (Utr.), 20 december 1864) was een in Groningen geboren edelman, die in Friesland bestuursfuncties bekleedde. Hij was een zoon van Willem Hendrik van Heemstra (1779-1826) en Johanna Balthazarina van Idsinga (1783-1850).
Hij behoorde in de jaren 1840 tot de medestanders van Thorbecke en was in 1844 één der Negenmannen. Na 1848 kwam hij steeds meer in conservatief vaarwater terecht. Hij werd commissaris des Konings in Utrecht en Zeeland. Als minister werd hij na het aftreden van Jacob van Zuylen van Nijevelt in 1861 kabinetsleider in het kabinet-Van Zuylen van Nijevelt-Van Heemstra. Van 1862 tot 1864 was hij als conservatief Tweede Kamerlid.
Van Heemstra studeerde Romeins en hedendaags recht te Franeker (1824) en Groningen (1828-1830), waar hij in 1830 promoveerde op de dissertatie "Specimen juridicum inaugurale, exhibens nonnulla de alimentis praestandis."
Voorganger: S.H. Roorda van Eysinga |
Grietman van Doniawerstal 1830-1839 |
Opvolger: J. Burmania van Andringa de Kempenaer |
Voorganger: D. de Blocq van Haersma de With |
Grietman van Oostdongeradeel 1839-1849 |
Opvolger: J. Minnema van Haersma de With |
Voorganger: L.C. Luzac |
Minister van Zaken van de Hervormde en andere Erediensten, behalve die der rooms-katholieke a.i. 1848-1849 |
Opvolger: J.Th.H. Nedermeyer ridder van Rosenthal |
Voorganger: J.G.H. van Tets van Goudriaan |
Commissaris van de Koning van Zeeland 1858-1860 |
Opvolger: W. baron/graaf van Lynden |
Voorganger: F. van de Poll |
Commissaris van de Koning van Utrecht 1850-1858 |
Opvolger: H.H. Röell |
Voorganger: J.G.H. van Tets van Goudriaan |
Minister van Binnenlandse Zaken 1860-1862 |
Opvolger: J.R. Thorbecke |
Voorganger: J.P.P. baron van Zuylen van Nijevelt |
Voorzitter van de Ministerraad 1861-1862 |
Opvolger: J.R. Thorbecke |