Schapendoes

In de wereld van vandaag is Schapendoes een onderwerp dat grote belangstelling en discussie oproept. Het belang van Schapendoes is de afgelopen jaren toegenomen en de invloed ervan strekt zich uit tot meerdere gebieden van de samenleving. Van de wetenschappelijke tot de politieke, culturele en sociale sfeer is var1 een cruciale kwestie geworden die niemand onverschillig laat. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Schapendoes verkennen, waarbij we de impact en repercussies ervan op verschillende gebieden analyseren. Daarnaast zullen we ons verdiepen in de evolutie ervan door de geschiedenis heen en de toekomstperspectieven die het biedt.

Schapendoes
Hondenras
Schapendoes
Basisinformatie
Andere namen Herdersdoes, Siep, Olde Grise enz.
Oorsprong Nederland
Classificatie FCI: Groep 1 Sectie 1 #313
Zie ook de lijst van FCI-nummers
Lijst van hondenrassen

De schapendoes is een van oorsprong uit Nederland afkomstige herdershond.

Uiterlijk

De Nederlandse schapendoes is een lichtgebouwde, langharige hond met een schofthoogte van 40 tot 50 centimeter, waarbij de schofthoogte van reuen ligt tussen de 43 en 50 centimeter, voor teven is dat 40 tot 47 centimeter. De Schapendoes heeft een dichte vacht met een bepaalde mate van ondervacht. De beharing is lang, minstens 7 centimeter op de achterhand. De haren zijn niet streng recht, maar golven iets. Een schapendoes kan allerlei kleuren hebben, maar het accent moet gelegd worden op donker. De schapendoes heeft een geduchte kuif, snor en baard.

Geschiedenis

De schapendoes is een typische schaapsherdershond. Hiervoor moet hij zelfstandig kunnen werken. Het was een typische hond voor de herders in Drenthe en op de Veluwe. Hij wordt echter niet in de literatuur en schilderkunst genoemd. Historisch werd de schapendoes niet als ras erkend, maar als werk- en gebruikshond. Er was geen speciale naam voor het ras, maar veel synoniemen zoals herdersdoes, siep en olde grise. Hij behoort tot de grote groep van langharige herdershonden met dicht behaard hoofd. Hij is verwant aan de bearded collie, de puli, de owczarek nizinny, de bobtail, de briard, de bergamasco en de Duitse schafpudel van de variëteit die in Hessen, Odenwald en in het Nederrijn gebied voorkomt. Al deze op elkaar gelijkende honden zijn verkleinde mutaties van berghonden. De kynoloog P.M.C. Toepoel wordt beschouwd als de initiator voor de (weder)opbouw van dit ras. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wist hij interesse te kweken voor dit ras. Tussen 1940 en 1945 werden exemplaren van de bijna verdwenen Schapendoes overal waar hij ze maar vond, gebruikt voor de fok. In 1953 werd de schapendoes voor het eerst als ras erkend, in 1954 werd de standaard vastgesteld en werd het ras opgenomen in het stamboek. De definitieve erkenning volgde in 1971. Hierna wordt alleen nog maar gefokt met geregistreerde honden.

Karakter

De schapendoes is een normaal en evenredig gebouwde herdershond met een levendig, alert en moedig karakter. Hij is schrander en waaks. Voor zijn eigen mensen toont hij grote innigheid en trouw. Hij is vrolijk, ondeugend, enthousiast, vriendelijk en temperamentvol. Hij kan gebruikt worden voor hondensport zoals agility, maar niet als beschermhond. Een consequente opvoeding is noodzakelijk. Schapendoezen houden ervan om tegen iets aan te liggen.

Zie de categorie Schapendoes van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.