In de wereld van vandaag is Saxifraga bryoides een onderwerp geworden dat van groot belang en interessant is voor een breed scala aan mensen. Of het nu vanwege de impact ervan op de samenleving, de politiek, de technologie of welk ander veld dan ook is, Saxifraga bryoides is erin geslaagd de aandacht te trekken van miljoenen mensen over de hele wereld. Met de constante toename van de mondialisering en connectiviteit heeft Saxifraga bryoides zichzelf gepositioneerd als een relevant onderwerp dat debat, reflectie en analyse op verschillende gebieden genereert. In dit artikel zullen we de impact van Saxifraga bryoides en de invloed ervan op verschillende aspecten van ons dagelijks leven verder onderzoeken.
Saxifraga bryoides | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Saxifraga bryoides L. (1753) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||
Saxifraga bryoides op ![]() | |||||||||||||||||||
|
Saxifraga bryoides is een soort steenbreek. Ze kent in de Nederlandse taal verschillende namen: 'Gespikkelde steenbreek'[1] of 'Gele mossteenbreek'[2], ze worden allemaal gebruikt. De soortaanduiding bryoides betekent: als mos.[3]
De 4–6 mm lange witte kroonbladen zijn aan de voet geel gespikkeld. De bloemen zijn meestal alleenstaand.[4]
De bladen groeien in bolvormige rozetten van 1,5-2[5] (-6[4]?) cm groot. De blaadjes zijn 2–7 mm lang en aan de rand stijf behaard.[4]
Ze komt voor in de alpine en subalpine zones[6] van de Europese gebergten op hoogten van 1800 tot 4000 meter.[4] Ze is vrij algemeen in de Alpen, met uitzondering van de oostelijke Kalkalpen en Slovenië. Hiernaast komt de plant voor in de Karpaten, Pyreneeën, Auvergne, Sudeten, Zevenburgen en Bulgarije.[4]
Ursula Ladinig en Johanna Wagner deden onderzoek naar de overlevingsstrategie van deze bergplant, die 6 weken na het smelten van de sneeuw in bloei komt. Zij vonden onder andere dat de bladeren na de winter allen vervangen werden, en dat bloemknoppen, mits in een zeer vroeg stadium van ontwikkeling, de winter overleven om de volgende zomer tot bloei te komen.[6]