Dit artikel gaat in op het onderwerp Romeins diocees, dat de afgelopen jaren enorm aan relevantie heeft gewonnen vanwege de impact ervan op verschillende gebieden van de samenleving. Sinds zijn opkomst heeft Romeins diocees een groeiende belangstelling gewekt bij specialisten en het grote publiek, en is het een onderwerp van voortdurend debat en reflectie geworden. In dit artikel zullen verschillende aspecten met betrekking tot Romeins diocees worden geanalyseerd, zoals de oorsprong, evolutie, implicaties en toekomstperspectieven. Op dezelfde manier zullen de verschillende meningen en standpunten over Romeins diocees worden onderzocht, met als doel een alomvattende en verrijkende visie hierover te bieden.
Een Romeins diocees (Latijn: dĭœcēsĭs, van het Griekse διοίκησις, wat "bestuur" of "groep van provincies" betekent) was de bestuurslaag in het Romeinse Rijk tussen de pretoriaanse prefecturen en de provincies, ingevoerd door keizer Diocletianus vanaf 290. Aan het hoofd van ieder diocees stond een vicarius. De provincies Africa en Asia bleven dioceesloos.
De oorspronkelijke indeling van Diocletianus werd later gewijzigd: Italia werd gesplitst in Italia Annonaria en Italia Suburbicaria, Moesiarum werd gesplitst in Dacia, Macedonia en Achaea (welke laatste dioceesloos werd) en Aegyptus werd van Oriens afgescheiden. Pannonia werd hernoemd tot Illyricum.