In de wereld van vandaag heeft Retroperitoneale ruimte onbetwistbare relevantie verworven op verschillende gebieden van de samenleving. Of het nu op persoonlijk, professioneel of sociaal vlak is, Retroperitoneale ruimte is een onderwerp van frequente gesprekken en algemeen belang geworden. De impact en invloed ervan zijn voelbaar in verschillende aspecten van het dagelijks leven en genereren zowel debat als bewondering. Daarom is het essentieel om het fenomeen Retroperitoneale ruimte grondig te onderzoeken en de implicaties, gevolgen en mogelijke interpretaties ervan te analyseren. In dit artikel stellen we voor om ons te verdiepen in de wereld van Retroperitoneale ruimte om de ware reikwijdte en het belang ervan vandaag de dag te begrijpen.
De retroperitoneale ruimte of het retroperitoneum bevindt zich achter (Latijn: retro = aan de achterkant[1]) en dus buiten de peritoneale holte (cavum peritonaei). De retroperitoneale organen worden dus niet omgeven door het buikvlies, al steken ze deels wel in de buikholte en zijn ze aan hun buitenkant gedeeltelijk met buikvlies bekleed. Ontstekingen in deze structuren geven in het algemeen dan ook geen buikvliesontsteking (peritonitis).
Secundair retroperitoneaal wil zeggen dat het betreffende orgaan in de embryonale fase intraperitoneaal heeft gelegen maar in de ontwikkeling naar achter het peritoneum is gemigreerd.
In het retroperitoneum bevinden zich de alvleesklier (pancreas), een deel van de twaalfvingerige darm (duodenum), de twee verticale gedeeltes van de karteldarm (colon ascendens en colon descendens), de endeldarm (rectum), de nieren (renes) en bijnieren (adrenes), de prostaat (prostata), de onderste holle ader (vena cava inferior) en de aorta.