Tegenwoordig is Resolutie 242 Veiligheidsraad Verenigde Naties een relevant onderwerp dat niemand onverschillig laat. Deze kwestie heeft een grote impact gehad op de samenleving, heeft brede belangstelling gewekt en is op verschillende gebieden onderwerp van debat geweest. Resolutie 242 Veiligheidsraad Verenigde Naties is vanwege het belang ervan lange tijd het onderwerp van studie en onderzoek geweest, en de meningen hierover zijn gevarieerd en vaak gepassioneerd. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten van Resolutie 242 Veiligheidsraad Verenigde Naties en de impact ervan in verschillende contexten diepgaand onderzoeken, waarbij we een brede en gedetailleerde visie bieden waarmee de lezer dit zeer relevante onderwerp beter kan begrijpen.
Resolutie 242 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 22 november 1967 | |
Nr. vergadering | 1382 | |
Code | S/RES/242 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Zesdaagse Oorlog | |
Beslissing | Terugtrekking van Israël na de Zesdaagse Oorlog. Ophef van de staat van oorlog en respect voor elkaars soevereiniteit. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1967 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
![]() | ||
De door Israël (geel) tijdens de Zesdaagse Oorlog bezette gebieden (oranje).
|
Resolutie 242 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 22 november 1967 is een resolutie met betrekking tot de ernstige situatie in het Midden-Oosten en is een reactie op de Zesdaagse Oorlog. De resolutie stelde dat Israël zich uit de gebieden die het had bezet zou moeten terugtrekken om duurzame vrede in het Midden-Oosten mogelijk te maken.
Sinds het uitroepen van de staat Israël in 1948 had geen enkel Arabisch land Israël erkend, en velen verwachtten niet dat Israël nog erg lang zou blijven bestaan. Na de oorlog van 1956, de Suezcrisis, ontstond opnieuw een labiel evenwicht. Spanningen liepen in 1967 weer hoog op. Op 1 juni verklaarde de Egyptische president Nasser:
De legers van Egypte, Jordanië, Syrië en Libanon staan klaar aan de grenzen van Israël... om de uitdaging aan te gaan...
Hij en de Israëlische regering wisten dat dat grootspraak was. Een gebaar in het kader van de Arabische eenheid, nu Syrië om hulp gevraagd had. Zijn troepen waren te gering in aantal en te slecht uitgerust om iets tegen Israël klaar te maken. Na zijn blokkade van de Straat van Tiran had hij meteen contact gezocht met de Amerikaanse regering om tot onderhandelingen te komen. De Israëlische regering, onder druk gezet door de generaals van de legerstaf om deze gelegenheid te benutten, beschouwde het als een "casus belli" en voerde een bliksemaanval uit, die onder andere in één klap de Egyptische luchtmacht uitschakelde, het begin van de Zesdaagse Oorlog. De VN greep in, waardoor er na zes dagen een staakt-het-vuren kwam. Toen had Israël de overige 22% van historisch Palestina in zijn machtsgebied gebracht, het schiereiland Sinaï en de Golanhoogten.[1][2]
De Veiligheidsraad stelt direct aan het begin "hoe ontoelaatbaar het is door middel van oorlog gebieden te verwerven" en dat het nodig is om te werken aan een rechtvaardige en langdurige vrede. Beide constateringen zijn wezenlijk voor een juiste uitleg van deze resolutie.
Hij vraagt daarom dat:
Hij stelt dat het noodzakelijk is dat:
Secretaris-generaal U Thant wordt gevraagd een Speciale Vertegenwoordiger aan te wijzen om deze resolutie te helpen realiseren.
Er bestaat sinds het aannemen van de resolutie discussie over de precieze betekenis ervan; de oorspronkelijke, officiële Engelse tekst stelt de noodzaak vast van:
Letterlijk vertaald:
De andere officiële versie van deze clausule, de Franse vertaling, luidt echter:
Letterlijk vertaald:
Er kan hier sprake zijn van een verschil. De Engelse tekst is ambigu. Dergelijke verdragsbepalingen zouden normaliter gelezen worden als een opdracht alle bezette gebieden te ontruimen, welke lezing als enige verenigbaar is met de vaststelling in de resolutie dat het ontoelaatbaar is via een oorlog territorium te verwerven. Doordat het lidwoord ontbreekt, is de tekst echter ook grammaticaal verenigbaar met een lezing dat slechts sommige gebieden ontruimd moeten worden. Israël zou zich hier onmiddellijk op beroepen en hierin later gesteund worden door verschillende westerse politici. Het lidwoord 'des' (contractie van de en les) in de Franse versie is gezien als argument dat Israël alle tijdens de oorlog veroverde gebieden moet verlaten maar het is ook gesteld dat ook des als onbepaald kan worden gelezen.
Toenmalig ambassadeur van de Amerikaanse regering Johnson bij de V.N. Arthur Goldberg, die een belangrijk aandeel had in de totstandkoming van de resolutie, stond eveneens achter de opzettelijke weglating van "de". Hij vond dat de resolutie Israël niet de verplichting oplegde zich uit alle door dat land veroverde gebieden terug te trekken. Hij had gedurende de eindfase van de oorlog de Israëlische regering geholpen tijd te winnen om heel de Westbank te kunnen bezetten vóór de VN tussenbeide zou komen.[3]
De Britse Lord Carendon zei in 1967: Als ik het beleid zou moeten samenvatten dat herhaaldelijk is gesteld door mijn regering... Ik zou terug willen gaan naar de woorden die mijn minister van Buitenlandse Zaken gebruikte in de Algemene Vergadering minder dan een maand geleden. Dit waren zijn woorden: Ik zou willen herhalen wat ik zei toen ik hier eerder was: Groot-Brittannië doet dat niet, oorlog accepteren als een middel om geschillen te beslechten. Dit betekent dat Israël moet terugtrekken [4].
De VN-Veiligheidsraad, waaronder permanente leden als Frankrijk en Groot-Brittannië, kozen er welbewust voor om de resolutie onder hoofdstuk 6 van het Handvest van de Verenigde Naties te laten vallen en niet onder hoofdstuk 7. Zodoende kan de resolutie niet militair worden afgedwongen.
De resolutie spreekt alleen over het probleem van de Palestijnse vluchtelingen. Dit was voor de Palestijnen onaanvaardbaar.[5]