Tegenwoordig is Reinoud III van Brederode een onderwerp van algemeen belang in de samenleving geworden. Mensen willen steeds meer weten over Reinoud III van Brederode en hoe dit hun dagelijks leven beïnvloedt. Met de vooruitgang van de technologie en de mondialisering is var1 relevanter geworden op verschillende gebieden, van de politiek tot de economie, inclusief cultuur en de samenleving in het algemeen. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Reinoud III van Brederode, waarbij we de implicaties en consequenties ervan in ons dagelijks leven analyseren.
Reinoud III van Brederode | ||
---|---|---|
1492 – 1556 | ||
![]() | ||
Heer van Brederode en Vianen | ||
Periode | 1531 - 1556 | |
Voorganger | Walraven II van Brederode | |
Opvolger | Hendrik van Brederode | |
Burggraaf van Utrecht | ||
Periode | 15?? - 1556 | |
Voorganger | ? | |
Opvolger | Hendrik van Brederode | |
Ambachtsheer van Amstelveen en Nieuwer-Amstel | ||
Periode | 1507 - 1529 | |
Voorganger | Margaretha van Borselen | |
Opvolger | Heijman Jacobusz van Ouder-Amstel |
Reinoud III van Brederode (Santpoort, 4 september 1492 – Brussel, 25 september 1556), heer van Brederode en Vianen, burggraaf van Utrecht, houtvester en jagermeester van Holland en lid van de Raad van State. Daarnaast had hij een belangrijke functie als raads- en kamerheer van keizer Karel V. Hij was een zoon van Walraven II van Brederode en Margretha van Borselen.
Van 1507 tot 1529 was hij ambachtsheer van de heerlijkheden Sloten, Sloterdijk, Osdorp en Amstelveen. Reinoud van Brederode verkocht de heerlijkheden in 1529 aan de stad Amsterdam, die al veel grond bezat in deze streken. Cornelis Lambertszoon Opsij verhaalt (rond 1556-1568) dat Brederode zijn heerlijkheden bij het dobbelspel aan een burgemeester van Amsterdam heeft verloren. Sommigen menen dat hierin een kern van waarheid zit, maar het verhaal wordt door anderen als ongeloofwaardig bestempeld.[1][2]
In 1531 volgde hij zijn vader op als heer van Brederode, Vianen en Ameide, betrok Kasteel Batenstein,[3] en werd hij opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies. Hij bestuurde de heerlijkheden Vianen en Ameide alsof deze niet leenplichtig waren aan Holland. Zo regelde hij de rechtspraak en de muntslag, wat voor hem niet toegestaan was. Hierdoor raakte hij in conflict met de graaf van Holland, omdat gevreesd werd dat hij aanspraak wilde maken op het graafschap. Hiervoor werd hij ter dood veroordeeld, wat later ongedaan werd gemaakt door keizer Karel V.[3]
In 1556 stierf Reinoud waarna hij werd bijgezet in de grafkelder van de familie in de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming-kerk, de huidige hervormde kerk in Vianen. Zijn vrouw, Philippote van der Marck werd hier al in 1537 begraven.[3]
Reinoud huwde in 1521 met Philippote van der Marck, een dochter van Robert II van der Marck. Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren:
Daarnaast had Reinoud III een aantal illegitieme kinderen:
Voorouders van Reinoud III van Brederode (1492–1556) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overgrootouders | Walraven I van Brederode (1370–1414) ∞ Johanna van Vianen (1390–1418) |
Willem van Lalaing (1395-1475) ∞ Johanna van Créquy (–) |
Hendrik II van Borselen (1404–1474) ∞ Johanna van Halewijn (–) |
Lodewijk I van Montpensier (1406–1486) ∞ Johanna I van Auvergne) (1414–1436) | ||||
Grootouders | Reinoud II van Brederode (1415–1473) ∞ Yolanda van Lalaing (1422–1497) |
Wolfert VI van Borselen (1430–1487) ∞ Charlotte de Bourbon-Montpensier (1414–1436) | ||||||
Ouders | Walraven II van Brederode (1462–1531) ∞ Margaretha van Borselen (1472–1507) |