In de wereld van vandaag is Regimini Ecclesiae Universae een onderwerp van groot belang en relevantie dat de aandacht heeft getrokken van mensen van alle leeftijden en sectoren van de samenleving. De impact ervan is op verschillende terreinen gevoeld, van de politiek tot de populaire cultuur, en de invloed ervan vertoont geen tekenen van afname. In dit artikel zullen we het belang en de reikwijdte van Regimini Ecclesiae Universae diepgaand onderzoeken, waarbij we de implicaties en gevolgen ervan op verschillende gebieden analyseren. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie vandaag de dag heeft Regimini Ecclesiae Universae voor debat en controverse gezorgd, waardoor het essentieel is om de aard ervan en de impact ervan op de hedendaagse samenleving te begrijpen.
Regimini Ecclesiae Universae (Latijn voor Het Bestuur over de Universele Kerk) is de apostolische constitutie waarmee paus Paulus VI op 15 augustus 1967 de Romeinse Curie hervormde. Deze hervorming was een rechtstreeks gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie, dat - door paus Johannes XXIII bedoeld om de kerk bij de tijd te brengen - de geesten rijp had gemaakt voor een grondige modernisering van het bestuursapparaat van de paus.
De hervormingen betekenden het einde van vrijwel alle tot dan toe bestaande congregaties en de oprichting van nieuwe, wier taken werden aangepast aan de bepalingen van het Concilie. Voor een deel legde de constitutie zaken vast, die al waren geregeld. Zo had Johannes al een Secretariaat voor de Eenheid van de Christenen opgericht en had Paulus zelf al de Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede in het leven geroepen. Deze nieuwe dicasterieën werd met de apostolische constitutie ingebed in de nieuwe organisatie. Een aantal van de congregaties veranderde van naam: zo werd de H. Congregatie voor het Consistorie omgedoopt in Congregatie voor de Bisschoppen (want dat was het werkterrein waar de congregatie zich feitelijk mee bezighield), terwijl de H. Congregatie van het Concilie nu Congregatie voor de Clerus werd genoemd. Het Heilig Officie, een van de afdelingen die tijdens het Concilie het meest onder vuur had gelegen, werd omgedoopt in de Congregatie voor de Geloofsleer en ging zich minder bezighouden met het opsporen van dwalingen en meer met het formuleren van de katholieke leer.
Op 8 mei 1969 (Apostolische constitutie Sacra Rituum Congregatio) werd de oude H. Congregatie voor de Riten opgeknipt in twee nieuwe congregaties: die voor Heilig- en Zaligverklaringen en die voor de Eredienst en de Sacramenten.
De reorganisatie van Paulus VI werd in 1988 gevolgd door de apostolische constitutie Pastor Bonus, waarmee paus Johannes Paulus II op zijn beurt de Curie hervormde.