In de wereld van vandaag is Quasideeltje een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed spectrum van de samenleving. Of het nu komt door de impact ervan op het dagelijks leven van mensen, de invloed ervan op de wereldeconomie of de rol ervan in de evolutie van de technologie, Quasideeltje is een onderwerp dat op verschillende gebieden voor discussie en analyse blijft zorgen. In dit artikel zullen we de verschillende facetten en perspectieven van Quasideeltje diepgaand onderzoeken, met als doel een alomvattend en actueel beeld te geven van dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is.
Quasideeltjes en collectieve excitaties zijn in de natuurkunde nauw verwante begrippen om emergente verschijnselen (nieuwe verschijnselen die opduiken bij een samenstelling uit bestanddelen) te beschrijven. Ze treden op in microscopische ingewikkelde systemen zoals een vaste stof, waarin de samenstellende deeltjes sterk met elkaar wisselwerken. Met denkbeeldige deeltjes, quasideeltjes die niet of eenvoudiger beïnvloed worden door hun omgeving, kan het systeem makkelijker begrepen worden. Een quasideeltje is dus geen elementair deeltje.
Als bijvoorbeeld een elektron door een halfgeleider loopt wordt zijn beweging verstoord door wisselwerkingen met alle andere elektronen en atoomkernen in de halfgeleider. Bij benadering gedraagt het elektron zich als een vrij elektron als er een andere effectieve massa aan wordt toegekend: er loopt een vrij quasi-elektron.[1] De gezamenlijke beweging van (negatieve) elektronen in de valentieband van een halfgeleider heeft hetzelfde effect als wanneer positief geladen quasideeltjes, elektronengaten, de andere kant op lopen. Andere quasideeltjes en collectieve excitaties zijn onder meer fononen (quasideeltjes waarmee de trillingen van atomen in een vaste stof worden beschreven) en plasmonen (idem voor plasma-oscillaties). Een quasideeltje kan ook door verscheidene deeltjes gevormd worden.
Deze denkbeeldige deeltjes heten doorgaans "quasideeltjes" als ze fermionen zijn (zoals elektronen en gaten), maar "collectieve excitaties" als het om bosonen als fononen en plasmonen gaat,[1] hoewel dit onderscheid niet altijd gemaakt wordt.[2]
Quasideeltjes zijn vooral van belang voor de vastestoffysica, waar ze een van de weinige methoden vormen om kwantummechanische veeldeeltjes-problemen te vereenvoudigen, maar ze kunnen ook elders helpen.
In de volgende voorbeelden gaat het om fermionen en bosonen. Fermionen zijn elektron-quasideeltje, elektronengat en polaron. Bosonen zijn exciton, fonon, magnon, plasmon en polariton.