Dit artikel gaat in op de kwestie van Protoplasma, die vandaag de dag van het grootste belang is. Protoplasma is een onderwerp dat op verschillende gebieden tot grote belangstelling en debat heeft geleid, zowel op sociaal, politiek, economisch als wetenschappelijk gebied. Dit is een complexe kwestie die een gedetailleerde en diepgaande analyse vereist om de implicaties en gevolgen ervan te begrijpen. Protoplasma heeft de afgelopen jaren aan relevantie gewonnen vanwege de impact ervan op de samenleving en het dagelijks leven van mensen. Dit artikel zal proberen een alomvattend beeld te geven van Protoplasma, waarbij de verschillende perspectieven en het belang ervan voor de samenleving in het algemeen aan de orde komen.
Het protoplasma is alle levende inhoud in een cel. Het protoplasma bestaat uit het cytoplasma, alle organellen, én de celkern. Met andere woorden, al het materiaal dat wordt omsloten door het plasmamembraan. Het is een verouderd begrip en wordt niet meer gebruikt.[1]
De term protoplasma werd geïntroduceerd in de celbiologie door de Duitse botanicus Hugo von Mohl in 1864.[2][3] Hij verwees hierbij naar de "taaie, slijmerige, korrelige, halfvloeibare" substantie in plantaardige cellen, als onderscheid van de celwand en het celsap (Zellsaft) in de vacuole. De Engelse bioloog Thomas Huxley (1869) beschreef het protoplasma als 'fysieke basis van het leven'.[4] De samenstelling en eigenschappen van het protoplasma bleven lange tijd onbekend.[5]
De biochemicus H. A. Lardy introduceerde de term cytosol in 1965.[6] Deze term ging verwijzen naar de waterige grondvloeistof van de cel. Samen met cytoplasma werd cytosol door veel auteurs overgenomen in literatuur en zijn sindsdien algemeen aanvaard.