In de wereld van Poffer is er altijd een aanzienlijke en gevarieerde belangstelling geweest. Of we het nu hebben over iemands leven, een actueel onderwerp of een historische gebeurtenis, Poffer heeft door de jaren heen tot de verbeelding van veel mensen gesproken. In dit artikel zullen we Poffer diepgaand onderzoeken en de impact, relevantie ervan onderzoeken, en hoe het verschillende aspecten van de samenleving heeft beïnvloed. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie vandaag heeft Poffer een onuitwisbare stempel op de wereld gedrukt, en het is essentieel om het belang ervan te begrijpen om de betekenis ervan in ons dagelijks leven te kunnen waarderen.
Een poffer was een kenmerkend onderdeel van de Noord-Brabantse klederdracht, met name in de Meierij van 's-Hertogenbosch. De poffer werd 's zondags en bij speciale gelegenheden gedragen door vrouwen. Het is een hoefijzervormige kunstbloemenkrans met linten die afhangen op de rug. Onder de poffer werd een witte muts en een zwarte ondermuts gedragen.
Het kostbaarste onderdeel van de combinatie muts/poffer was de muts. De was gemaakt van handgeborduurde tule op het hoofd en handgekloste kant helemaal rond de muts. Boven het voorhoofd was de kant geplooid. In 1910 kostte een muts 75 gulden en een poffer 25 gulden, en één enkele muts was niet voldoende want de mutsen werden vuil en werden dan door een mutsenmaakster uit elkaar gehaald, gewassen, gesteven en opnieuw geplooid.
De poffer beleefde in de periode 1870-1940 zijn bloeiperiode. Daarna raakte het kledingstuk geleidelijk in onbruik en omstreeks 1960 was aan deze dracht een einde gekomen.
De poffer werd vooral door rijke plattelandsvrouwen gedragen op zon- en feestdagen en bij speciale gelegenheden.
Tegenwoordig wordt de poffer als emblematisch voor Noord-Brabant gezien. Menig volkenkundig museum bezit er een aantal van, en sommige Noord-Brabantse musea zijn erin gespecialiseerd. Tegenwoordig wordt de poffer enkel nog gedragen op folkloristisch getinte feesten, zoals een boerenovertrek of een boerenbruiloft.
In de kunst wordt de muts herhaaldelijk afgebeeld. Het portret van een plattelandsvrouw uit 1885, door Vincent van Gogh, is wel het bekendste voorbeeld daarvan. Zij draagt een muts die gesteven is en een eenvoudige geborduurde 'bodem' (op het hoofd) heeft, maar geen kloskant bevat.