In dit artikel wordt het onderwerp Philharmonia Orchestra vanuit verschillende perspectieven en benaderingen behandeld. Philharmonia Orchestra is tegenwoordig een onderwerp dat van groot belang is en dat de aandacht heeft getrokken van experts, onderzoekers en het grote publiek. Door de geschiedenis heen is Philharmonia Orchestra het onderwerp geweest van talloze studies, debatten en reflecties, waaruit blijkt hoe belangrijk het is om de impact en het bereik ervan te begrijpen. In die zin is het hoofddoel van dit artikel het analyseren van de verschillende dimensies van Philharmonia Orchestra, waardoor een alomvattend overzicht wordt geboden waarmee lezers de betekenis, implicaties en mogelijke gevolgen ervan op verschillende gebieden van de samenleving kunnen begrijpen. Daarnaast zullen nieuw onderzoek en nieuwe ontdekkingen worden gepresenteerd die ons begrip van Philharmonia Orchestra vergroten en een bijgewerkte en verrijkende visie op dit zeer relevante onderwerp bieden.
Het Philharmonia Orchestra, tegenwoordig afgekort tot Philharmonia, is een Londens symfonieorkest. Het orkest is opgericht in 1945 door platenproducer Walter Legge. Sinds 1995 is de Royal Festival Hall de vaste concertzaal van dit orkest.
Het eerste concert in 1946 werd geleid door Thomas Beecham, maar het orkest weigerde hem aan te nemen als chef-dirigent. In de eerste jaren maakte het orkest vooral veel plaatopnamen. Met name Herbert von Karajan en Otto Klemperer werkten vaak met dit orkest en maakten er vele opnamen mee. In 1964 besloot Walter Legge het orkest op te heffen. De orkestleden besloten echter met steun van Klemperer zelfstandig door te gaan als New Philharmonia Orchestra. Pas in 1977 verwierf men de rechten op de benaming Philharmonia Orchestra.
Het orkest maakte meer dan duizend opnamen voor grammofoon en cd. Ook speelde het orkest filmmuziek voor de soundtracks van films, bijvoorbeeld van Ralph Vaughan Williams voor Scott of the Antarctic. Tot de gastdirigenten waarmee het orkest regelmatig werkte, behoren Lorin Maazel, Kurt Sanderling, Sir Charles Mackerras, John Eliot Gardiner en Vladimir Asjkenazi.