In de wereld van vandaag is Orthostatische hypotensie een onderwerp dat steeds relevanter is geworden. Van de repercussies op de samenleving tot de impact ervan op de economie en het milieu is Orthostatische hypotensie een brandpunt geworden voor zowel deskundigen als burgers. Om dit fenomeen en de implicaties ervan beter te begrijpen, is het van cruciaal belang om het vanuit meerdere perspectieven te onderzoeken en de ware reikwijdte ervan te ontdekken. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Orthostatische hypotensie, en een uitgebreid overzicht bieden, variërend van de geschiedenis tot de mogelijke oplossingen. Hiermee hopen we licht te werpen op Orthostatische hypotensie en een geïnformeerde discussie over het belang ervan vandaag de dag te bevorderen.
Orthostatische hypotensie | ||||
---|---|---|---|---|
Coderingen | ||||
ICD-11 | ||||
DiseasesDB | 10470 | |||
eMedicine | ped/2860 | |||
MeSH | D007024 | |||
|
Orthostatische hypotensie of posturale hypotensie[1] is een plotselinge hypotensie, daling van de bloeddruk, van meer dan 20 mmHg systolisch of meer dan 10 mmHg diastolisch die optreedt bij plotseling opstaan (binnen 3 minuten na het opstaan). Symptomen zijn duizeligheid, licht-in-het-hoofd worden, hoofdpijn, (sterk) verminderd zicht en flauwvallen.
Orthostatische hypotensie komt veel voor bij jonge slanke mensen tussen 15 en 20 jaar en is dan onschuldig. Bij ouderen kan het een bijwerking zijn van hydrochloorthiazide, een bloeddrukmedicatie.
Het kan ook een cardiale oorzaak hebben, bijvoorbeeld hartfalen (decompensatio cordis). Daarnaast is het ook een bijwerking van sommige medicijnen tegen psychose en depressie.
Bij gevorderde ziekte van Parkinson kan orthostatische hypotensie optreden door aantasting van het autonoom zenuwstelsel. Bij bepaalde parkinsonismen zoals MSA of Lewy-body-dementie komt het verschijnsel al vroeg in de ziektegeschiedenis voor. Orthostatische hypotensie kan echter ook juist een bijwerking zijn van medicatie tegen parkinsonverschijnselen.
Bij diabetes mellitus kan het zich voordoen als teken van autonome neuropathie.
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak.