Tegenwoordig is Nouri al-Maliki een onderwerp van grote relevantie en interesse voor een breed scala aan doelgroepen. Of het nu een persoon, een gebeurtenis, een trend of een historische gebeurtenis betreft, Nouri al-Maliki heeft de aandacht getrokken van individuen van alle leeftijden en achtergronden. Dit artikel onderzoekt in detail het belang en de impact van Nouri al-Maliki in de hedendaagse samenleving, waarbij de implicaties en invloed ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven worden benadrukt. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie in de loop van de tijd heeft Nouri al-Maliki een belangrijke stempel gedrukt op de hedendaagse wereld, en dit artikel probeert de relevantie ervan diepgaand te analyseren.
Nouri al-Maliki | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Geboren | 20 juni 1950 Hilla, Irak | |||
Politieke partij | Islamitische Dawapartij | |||
Partner | Faleeha Khalil | |||
Handtekening | ![]() | |||
Premier van Irak | ||||
Aangetreden | 20 mei 2006 | |||
Einde termijn | 8 september 2014 | |||
President | Jalal Talabani Fuad Masum | |||
Voorganger | Ibrahim al-Jaafari | |||
Opvolger | Haider al-Abadi | |||
Vicepresident van Irak | ||||
Huidige functie | ||||
Aangetreden | 8 september 2014 | |||
Voorganger | Khodair al-Khozaei | |||
|
Nouri Kamel al-Maliki (Arabisch: نوري كامل المالكي) (Al-Hindiya nabij Hilla, 20 juni 1950), ook bekend als Jawad al-Maliki, is een Iraaks sjiitisch politicus. Hij is voorzitter van de Islamitische Dawapartij. Tussen 2006 en 2014 was hij de premier van Irak.
Samen met Osama al-Nujaifi en Iyad Allawi bekleedt al-Maliki sinds 2014 het vicepresidentschap van Irak, aanvankelijk onder president Fuad Masum en sinds oktober 2018 onder president Barham Salih.
In 1980 werd Maliki door Saddam Hoessein ter dood veroordeeld voor zijn politieke activiteiten in de Dawa-partij. Vanuit ballingschap in Syrië bleef hij tegen het regime van Hoessein strijden. Na de val van Hoessein keerde Maliki terug naar Irak waar hij medeverantwoordelijk was voor de verbanning van leden van Hoesseins Ba'ath-partij uit het overheidsapparaat. Op 22 april 2006 werd hij door president Jalal Talabani genomineerd voor de positie van minister-president en op 20 mei werd hij beëdigd. Acht jaar later, op 14 augustus 2014, maakte hij zijn aftreden bekend om plaats te maken voor Haider al-Abadi.[1] Op 8 september 2014 trad hij daadwerkelijk af en werd hij benoemd tot een van de drie vicepresidenten van Irak.